6 – 7 minuten

1 reacties

In 2016 startten we, in opdracht van ZonMW met een onderzoek naar hoe de zorg voor gezinnen waarin een ouder alcoholafhankelijk is, verbeterd kan worden. We spraken met professionals van jeugdzorg en verslavingszorg, en met de ouders zelf.

In drie artikelen zullen we de voornaamste bevindingen van dit onderzoek presenteren. In dit eerste artikel richten we ons op een discrepantie op hoe professionals de ouders zien, en hoe ouders zichzelf zien.

Visie van professionals: zorgmijdende ouders

Uit gesprekken met professionals kwamen de ouders naar voren als zorgmijdend. Ouders verhullen actief de problemen die ze hebben met hun alcoholgebruik of rond de opvoeding van hun kinderen. Ouders zijn huiverig voor inmenging in hun privéleven. Hierdoor komen gezinnen vaak pas in beeld bij de hulpverlening als de zaken al ernstig geëscaleerd zijn, hetgeen professionals als een ernstig knelpunt zagen.

We waren benieuwd wat ouders zelf te zeggen hadden over hoe de zorg voor hun en hun gezin verbeterd kan worden, en of ze zich herkenden in dit beeld van zorgmijdend zijn.

Visie van ouders met alcoholafhankelijkheid

Verrassend genoeg gaven de ouders aan dat ze graag eerder hulp hadden gehad, ‘dan hadden we eerder gelukkig kunnen zijn’. Een grote motivatie voor hen was het welzijn van hun kinderen.

Dus als ouders graag eerder hulp willen, en professionals graag eerder met ouders aan de slag gaan, waar gaat het dan mis? Ouders signaleerden twee knelpunten bij de reactie van omstanders. Met omstanders bedoelen we leerkrachten op school, ouders op het schoolplein, wijkagenten, huisartsen, vrienden. Met professionals bedoelen we professionals die gespecialiseerd zijn in het zorg bieden aan deze gezinnen.

Ouders signaleerden dus twee knelpunten bij omstanders: ten eerste een moraliserende houding, ten tweede een houding van wegkijken. Ze beschreven dat ze vooral behoefte hadden aan een houding van zorg en compassie.

Ze beschreven dat ze vooral behoefte hadden aan een houding van zorg en compassie.

Toen we ouders vroegen of ze dan open hadden gestaan voor hulp in een eerder stadium, zeiden ze dat dit inderdaad lastig was. Ze waren bang om bekritiseerd te worden als ouders, en ze waren bang hun kinderen te verliezen. Wat ze een groot mankement vonden in de huidige zorg is dat alle aandacht vaak gericht was op hun drankgebruik, terwijl in hun ogen hun drankgebruik niet de oorzaak was van de problemen in hun gezin, maar een symptoom van onderliggende problemen zoals trauma, en huiselijk geweld.

Casus

Een vader vertelde hoe hij tien jaar voor de geboorte van zijn kinderen in Bosnië had gediend. Hier had hij een aantal traumatische dingen meegemaakt, maar het lukte hem zijn leven weer op te pakken. Zijn eerste kind echter, was een huilbaby, en de gebroken nachten en het continue gehuil van zijn kind triggerde zijn oude trauma. Hierna gebeurde er in korte tijd een aantal traumatische dingen in zijn gezin: zijn schoonvader overleed aan een ernstige ziekte, er ontstond een ruzie in zijn familie, het huwelijk met zijn vrouw stond onder druk, en hij ging steeds meer drinken.

Hij wist niet of hij behandeling kon krijgen voor zijn PTSD omdat hij geheimhoudingsplicht had vanuit het leger. Hij had het gevoel echter dat door de hulpverlening het probleem vooral bij zijn drankgebruik werd gelegd. Andere ouders hadden soortgelijke verhalen: hun alcoholafhankelijkheid was een manier om om te gaan met ernstige problemen in hun leven. Voor deze onderliggende problemen wilden zij erg graag ondersteuning. Tegen deze achtergrond lag kritiek op hun ouderschap of aandacht gefocust op hun drankgebruik inderdaad erg gevoelig.

Handelingsverlegenheid van omstanders

Waar ouders zich ook met name over verbaasden was een zekere handelingsverlegenheid van omstanders (buren, school, wijkagenten, huisarts). Omstanders leken vaak de signalen wel te merken dat er iets mis was, maar deden niets om te helpen. Hierdoor voelden ouders zich eenzaam.

Eén ouder vertelde hoe de politie regelmatig aan haar deur was na de zoveelste melding van huiselijk geweld, maar toch niet vroeg naar haar welzijn of dat van haar kinderen. Een andere ouder vertelde hoe op het schoolplein andere ouders en de leerkrachten de alcohollucht om haar heen opmerkten, maar toch niets deden.

Toen we ouders vroegen wat ze nodig hadden, gaven ze aan dat ze vooral op zoek waren naar compassie:

[su_quote]Misschien eerst een gesprek met de ouder, maar niet het verwijtend van ‘oh je bent alcoholverslaafd en je zorgt niet goed voor je kinderen’. Maar van: ‘kunnen we iets doen?’ Dat het uit zorg is en niet verwijtend dat is heel erg belangrijk. Als verslaafde zijnde, dan word je gelijk eigenlijk al op een bordje gegooid, ‘je zorgt niet goed voor je kinderen.’ Dat had je mij niet moeten zeggen. (Monique, kinderen van 8, 11, 14)[/su_quote]

De verhalen met de ouders zetten ons op het spoor van twee oplossingen om de zorg te verbeteren, zodat professionals eerder kunnen handelen, en ouders en hun kinderen eerder gelukkig kunnen zijn. Deze worden besproken in de volgende artikelen.

De eerste oplossing betreft het specificeren van twee ethische kaders die gebruikt kunnen worden om de zorg voor deze gezinnen vorm te geven. Het meest dominante kader op dit moment is een kader van botsende belangen, maar wat de ouders beschrijven is meer een zorgethisch kader, waarbij kwetsbaarheid en verbondenheid centraal staan. In dit artikel zetten we de twee kaders uiteen, en geven best practices van hoe dit in de praktijk vormgegeven zou kunnen worden.

De tweede oplossing betreft hoe we de handelingsverlegenheid die deze gezinnen omringt op kunnen heffen. In dit artikel beschrijven we het uitblijven van steun aan deze gezinnen als een bystander effect: veel mensen zijn getuige, maar niemand weet hoe in te grijpen. Geïnspireerd op de literatuur over het bystander effect doen we een aantal suggesties, vooral voor naasten van gezinnen met problemen over hoe te interveniëren.

Auteurs

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *