Door: Wout Visser
Vandaag publiceert de vakgroep zorgethiek van de UvH een factsheet over de zorg voor nieuwkomers tijdens de coronacrisis. Het document biedt inzicht in de positie van asielzoekers, statushouders en ongedocumenteerden in Nederland en met welke crisismaatregelen ze te maken kregen. In het kader van het project Zorgzaam uit de crisis deed zorgethicus Wout Visser onderzoek naar de impact van de maatregelen op ongedocumenteerden. Dat onderzoek wordt eind 2021 gepubliceerd. Alvast zijn eerste bevindingen.
Begin 2021 publiceerde Vrij Nederland een artikel over de leefsituatie van mensen zonder geldige verblijfstatus, oftewel ‘ongedocumenteerden’. Een situatie die als gevolg van de pandemie in rap tempo verslechterde: minder inkomen, beperkt onderdak, weinig vangnet en meer angst. “De meest hulpeloze slachtoffers van de coronacrisis worden door de politiek keihard genegeerd: wie in Nederland niet aan tafel komt heeft geen stem.” Maar om aan tafel te komen moet je wel eerst gezien worden. En daar gaat mis: ongedocumenteerden blijven – als niet-burger – grotendeels ‘onzichtbaar’.
Onderzoek doen naar ongedocumenteerden
In de periode tussen april en juni 2021 interviewde ik met medewerking van hulporganisatie Dokters van de Wereld een aantal ongedocumenteerden en statushouders in het kader van het UvH onderzoek ‘Zorgzaam uit de Crisis’. Wat hadden zij zelf te vertellen over hun situatie? Hoe werd hun leven door corona beïnvloed? In hoeverre voelden zij zich kwetsbaar? Ik sprak ook met medewerkers van Dokters van de Wereld over hun ervaringen tijdens de crisis. Welke impact had Covid op hun werk? Hoe keken zij aan tegen de verantwoordelijkheden voor de zorg aan ongedocumenteerden?
Voor het doorgronden van de corona-aanpak en de onderliggende beleidslogica ten aanzien van ongedocumenteerden spitte ik alle 42 brieven door die de Regering tussen maart 2020 en juni 2021 aan de Tweede Kamer stuurde als updates over de crisis. Daarnaast analyseerde ik het Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) programma dat in 2017 onder Rutte III werd uitgewerkt om ‘bestendige oplossingen’ voor uitgeprocedeerde asielzoekers te realiseren.
Indringer of medemens?
Wat mij in de gesprekken en de documentatie het meest opviel was het fundamentele verschil tussen de twee manieren waarop naar ongedocumenteerden wordt gekeken: als behoeftig en veerkrachtig medemens of als ongewenste en illegale indringer. Aan de ene kant gaven de mensen die ik sprak allen op hun eigen manier invulling aan het zorgethische inzicht dat we als mensen onvermijdelijk afhankelijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dus wederzijds verantwoordelijkheden hebben om voor elkaar te zorgen. Anderzijds stelden de beleidstukken en programma’s die ik las, of de toelichting die daarop gegeven werd door politici en beleidsmakers, dat het ontzeggen van zorg juist een gepaste manier zou zijn om niet-rechthebbenden vrijwillig te laten vertrekken. Normen van strenge grensbewaking worden als het ware ook ín de samenleving toegepast.
Beleid van uitsluiting en een praktijk van insluiting
In veel gevallen is het handig om mensen in groepen in te delen om zo gericht beleid te maken en uit te voeren. Maar vaak leiden dergelijke categorisaties tot het beleidsmatig buitensluiten of zelfs negeren van mensen in de samenleving. Basisbehoeften kunnen zo ongemerkt en ongezien (of juist doelbewust?) op het tweede plan belanden. Ook kan landelijk beleid op gemeentelijk niveau in de uitvoering heel anders uitpakken. In het kader van het LVV-programma werd wel gesproken van een “beleid van uitsluiting en een praktijk van insluiting”. Hoe dan ook is het een feit dat ongedocumenteerden zich in Nederland bevinden en hebben zij om die reden recht op het leiden van een menswaardig bestaan.
“Dat we meetellen”
Inzichten uit het werk van Judith Butler en Linda Bosniak zijn hierbij van groot belang. Butler stelt onomwonden dat het nooit alleen een individuele kwestie is als iemand in bestaansonzekerheid verkeert: “Er is niemand die geen dak boven het hoofd heeft zonder dat er een sociale tekortkoming is om onderdak op zo’n manier te organiseren dat het toegankelijk is voor iedereen.” En ‘iedereen’ slaat wat Bosniak betreft dus op alle personen die zich op het grondgebied van een staat bevinden: zowel burgers als niet-burgers. Sociale en politieke omstandigheden bepalen mede hoe kwetsbaar een persoon is, en omdat de samenleving als geheel deze omstandigheden vormgeeft, hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid. In de woorden van een ongedocumenteerde: “Ja, dat mis ik heel erg. Dat mensen ook voor ons gaan zorgen. Maar dat gebeurt niet. Een eerste verantwoordelijkheid is erkenning. Dat wij er zijn, dat we meetellen en dat we een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.”
“Absoluut wat meer verantwoordelijkheid”
Wat mij betreft moet het Nederlandse beleid ten aanzien van ongedocumenteerden dus veel meer uitgaan van de fundamentele kwetsbaarheid en afhankelijkheid van ieder mens, niet alleen Nederlandse staatsburgers. Een hulpverlener bracht dit ook treffend onder woorden: “En ik denk dat, die verantwoordelijkheid, die we dus kunnen voelen voor een persoon, ja ik denk dat we die zo enorm laten afhangen van waar iemand geboren is. En ik vind dat we absoluut wat meer verantwoordelijkheid zou mogen hebben om gewoon naar een mens te kijken in alle facetten die daarbij horen. En minder naar dit is ónze samenleving.”
De overheid moet de plicht op zich nemen om rechtvaardig beleid te voeren. Rechtvaardig beleid ziet zorg als antwoord op kwetsbaarheid, ondersteunt alle mensen die zich in de samenleving bevinden om ook voor elkaar te blijven zorgen, en stelt hen mogelijk zelfs in staat om een plekje aan tafel te bemachtigen.
Copyright foto: Dokters van de Wereld
1 reactie
Kees Jansveld
Helder verhaal over medemenselijkheid in de politiek. En heel actueel. Ben benieuwd naar het vervolg.