9 – 11 minuten

1 reacties

door: dr. Inge van Nistelrooij, universitair hoofddocent UvH

Een jaarlijks terugkerend hoogtepunt in het masterprogramma ‘Zorgethiek en Beleid’ is de online ontmoeting met Joan Tronto. Studenten die de introductiecursus Zorgethiek volgen, en daarin een close-reading doen van Tronto’s eerste boek ‘Moral Boundaries’, krijgen in deze afsluitende bijeenkomst ruimschoots de kans om haar vragen te stellen. Joan neemt ruim de tijd voor beantwoording, en deelt haar recentere inzichten en updates met hen. Inge van Nistelrooij woonde de ontmoeting medio oktober bij en haalde daaruit de volgende hoogtepunten uit het denken van Joan Tronto.

Wealth care state en het belang van democratie
Door de bestudering van Joan Tronto’s werk is bij alle studenten het belang van een andere inrichting van onze samenleving glashelder. Ook is duidelijk dat onze democratische politieke agenda om andere zaken moet gaan draaien dan nu; dat zorgen veel centraler moet staan dan economische belangen. Dat roept vragen op. Want we leven in een democratie. Waarom staat zorgen dan nog niet centraal? Het antwoord is even verrassend als kort. “But we do not live in a democracy. We live in a wealth care state. Our governments are concerned with keeping the money in the same hands.” We leven volgens Joan Tronto niet in een democratie, waarin immers de belangen én het goed van de brede bevolking (demos) centraal zouden staan. Integendeel. Onze regeringen richten zich met name op de belangen van hen die het kapitaal in handen hebben: de wealth care state, een aardige woordspeling op de afgebroken ‘welfare state’. Dat geldt in de VS, haar eigen context, maar niet minder in andere kapitalistische democratieën. Er zijn ook alternatieven. Tronto’s werk draait daar helemaal om. Maar ze wijst ook op andere initiatieven, zoals de ‘Women’s Budget Group’ in het Verenigd Koninkrijk. Op hun website staat een overdaad aan informatie over hoe de samenleving nu is geordend, en welke alternatieven er zijn.

Hoe zou een zorgende democratie werkelijkheid kunnen worden?
Zorgethiek biedt een alternatieve kijk op praktijken in de zorg, in de samenleving, en ook in onze morele en politieke oriëntatie. Tronto’s eigen werk is daaraan een belangrijke bijdrage. Ze ontvouwt een visie waarin niet winst, productie en consumptie, maar zorg, samenhang en behoud van onze wereld centraal staan. Ze stelt bovendien dat daarmee recht gedaan zou worden aan datgene wat er in de levens van mensen zelf het meest toe doet. Toch zien we dat alternatief, van een zorgende democratische samenleving, nog niet ontstaan. Dat roept de vraag op naar hoe verandering tot stand kan komen, en waarom deze inzichten daar nog niet toe geleid hebben. Mensen leren in kleine stapjes, aldus Tronto. Begrip groeit gestaag, waarbij alleen dat inzicht wordt verworven dat aansluit bij wat men al weet. En omdat kennis geleidelijk aan wordt vergroot, kan je geen radicale verandering verwachten. Er is altijd sprake van een cyclische ontwikkeling van engagement en verandering. Men moet zich eerst verbinden met een inzicht, voordat er verandering plaatsvindt.

Een crisis kan wel leiden tot een nieuw engagement en verandering. Ze vertelt over een recent artikel in The Atlantic over catastrofes die geleid hebben tot wezenlijke herinrichtingen van steden. De auteur noemt onze 21e eeuwse steden ‘kinderen van catastrofes’. Zou de coronapandemie een dergelijke catastrofe kunnen zijn die grootse veranderingen teweeg brengt? Joan Tronto vraagt het zich hardop af, maar alleen de toekomst zal het ons kunnen vertellen.

Goede voorbeelden helpen daarbij. Desgevraagd geeft Joan Tronto aan dat ze twee staten kent die opmerkelijke stappen hebben gezet naar een ‘caring democracy’: Zuid-Korea en Uruguay. De Zuid-Koreaanse regering nam het besluit om een einde te maken aan geprivatiseerde zorgverzekeringen. Om dit te bereiken benaderde ze de verzekeringsmaatschappijen om samen te werken in de uitvoering van dit besluit. Ze was standvastig in haar besluit, maar bood tevens hulp aan aan de maatschappijen, en vroeg hen wat zij nodig hadden om dit mogelijk te maken. En in Uruguay werd een ministerie opgericht specifiek voor de zorg voor kinderen, mensen met een beperking, en ouderen. Het specifieke doel ervan is, om deze zorg zodanig in te richten dat deze niet langer leidt tot economische en genderongelijkheid. 

Menselijke zucht naar bescherming
Een remmende factor in verandering en inclusiviteit is de menselijke zucht naar bescherming. De meeste mensen in onze samenlevingen zijn erop uit om datgene te beschermen wat ze hebben. Dat is begrijpelijk en het is ook een element dat hoort bij zorgen. Zij vinden dit geen probleem en prima te verenigen met een denken over zorg. Ze zien dit kortom niet als een gebrek aan zorg of als tegengesteld aan zorgen. Maar ik doe dat wél, zegt Joan Tronto. Als je zorg niet uitstrekt naar anderen, maar beperkt tot je eigen kring (familie, gemeenschap, kerk, etc.) dan beschouw ik dat als een gebrek aan zorg. Zorgen houdt intrinsiek in dat zorg uitgaat anderen, ook naar hen die verder weg zijn, en naar hen die niet tot je eigen groep behoren. Het gebrek aan deze bredere zorgpraktijk is echt een groot probleem in onze westerse samenlevingen.

Een belangrijk doel van zorgen en van zorgethiek zou dit moeten zijn: ‘taking yourself out of the center of attention’, het niet langer focussen op en aandacht geven aan jezelf, maar je aandacht verleggen naar de ander. Dat is cruciaal in een democratie, aldus Joan Tronto. Overigens, zegt ze, dat is een kerninzicht van feminisme (hét Nederlandse feministische tijdschrift heet niet voor niets ‘Opzij’, wat een beroep op mannen betreft om ‘opzij’ te gaan en ruimte te maken zodat ook vrouwen mee kunnen doen). Het gaat erom dat we buiten onze eigen horizon durven en willen kijken. Voorwaarde daarvoor is wel dat je je veilig voelt. Als dat niet het geval is, kun je ook niet voor anderen zorgen, aldus Joan Tronto. ‘The first step of caring is: be safe. If you’re not safe, nothing gets better.’

Black Lives Matter en ‘othering’ als thema in Tronto’s werk
Daarmee raken we aan een ander thema uit Tronto’s werk: ‘othering’, waarmee ze bedoelt dat sommige groepen niet worden gezien als ‘behorend bij ons’, wier levens minder of niet tellen, en die we ongestraft kunnen negeren, schaden, of vernietigen. Dit thema heeft een lange historie, die gedurende het afgelopen jaar extra onder de aandacht is gekomen met de Black Lives Matter beweging en de wereldwijde protesten tegen racisme en het systemische karakter ervan. Joan Tronto laat een boek zien dat zij beschouwt als het beste boek dat zij de laatste tijd heeft gelezen: Resmaa Menakem’s ‘My grandmother’s hands: Racialized Trauma and the Pathway to Mending Our Hearts and Bodies’ over het trauma van racisme. Menakem betoogt daarin dat het trauma van racisme ontstaat aan beide zijden van een rassenscheiding, zoals bijvoorbeeld de scheiding die speelt tussen de witte en de zwarte bevolkingsgroepen in de VS. Trauma, stelt hij, verandert ons DNA, en heeft dus een diep effect op onze lichamen. Luister bijvoorbeeld ook naar deze podcast voor een interview van een witte journaliste met Menakem en de pijnlijke ervaring die het lezen voor haar was, omdat het haar confronteerde met haar witte suprematie. Dat was een ervaring die zij ook fysiek maar met zeer veel moeite uit kon houden. Haar neiging om te vluchten en toe te dekken was overweldigend. Deze diepe impact van racisme op beide partijen verklaart ook waarom racisme zo hardnekkig is en lange tijd effect heeft, over de generaties heen.

Eén manier om dit te veranderen is door de centrale vraag van onze zelf-reflectie en -evaluatie te veranderen, stelt Joan Tronto. Niet zozeer bevestiging zou centraal moeten staan, maar eerder een kritische blik, die ons helpt om onze fouten onder de loep te nemen. We vragen immers vaak aan anderen of wat we hebben gedaan ‘goed’ was. Maar we zouden eigenlijk aan anderen de vraag moeten stellen of wat we hebben gedaan ‘dom’ was. Dan nodig je echt de ‘outsiders’ blik uit, en leer je naar jezelf te kijken vanuit het perspectief van anderen. In plaats van ‘meer van hetzelfde’ krijg je dan ‘meer van het andere’. In die zin kunnen we meer over onszelf leren, en daarvoor hebben we anderen nodig. ‘Others help you to learn about yourself; for self-reflection we need others.’

Inclusie in universiteiten
Met een treffend voorbeeld van hoe dit ook in universiteiten door kan werken sluit Joan Tronto af. Ze vertelt over het werk van Danielle Allen, nu professor aan Harvard University en directeur van het ethiekcentrum. Allen werkte eerder in Chicago, aan een elitaire universiteit. Daar las ze de Onafhankelijkheidsverklaring samen met studenten in colleges overdag, en nog een keer, in de avond, met mensen uit de buurt, ‘outsiders’ van de academische wereld. De eerste groep herkende zichzelf in de verklaring, als een onderdeel van hun eigen traditie. ‘”I am part of this tradition.” De tweede groep had de tegengestelde reactie: dat is onderdeel van het verhaal van iemand anders, het heeft niets met ons te maken. “That’s somebody else’s story.” Door dit soort initiatieven komt de dynamiek van de vele machtsrelaties in beeld en worden we ons ervan bewust. Tronto stelt voor dat we deze dynamiek veel meer bespreken in universiteiten, maar vooral ook met de mensen die het betreft. Dus: waarom niet spreken óver dakloosheid mét daklozen? Voor Tronto, die zelf ging studeren in een tijd dat er geen collegegeld was en studieboeken gratis aan studenten beschikbaar werden gesteld, is dit des te meer belang nu universiteiten niet langer de vrijplaatsen zijn voor iedereen om deel te nemen. Universiteiten hebben de moed nodig, zegt ze, om de wereld binnen te halen, en zo te bouwen aan datgene wat er volgens haar het meest toe doet: meer inclusief te worden.

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *