In ons vorige artikel beschreven we hoe dat ouders met alcoholproblematiek vaak laat in beeld komen van de hulpverlening, als de situatie al geëscaleerd is. Als hulpverleners deze gezinnen eerder kunnen ondersteunen, valt er veel winst te behalen. Maar hoe kunnen ouders eerder naar zorg geleid worden?
In dit artikel willen we ons richten op hoe omstanders – buren, familie, vrienden, huisarts, leraren, andere ouders op het schoolplein etcetera – kunnen helpen om deze gezinnen naar zorg te leiden (zowel formele als informele steun). Aan de hand van de gesprekken met ouders en lessen geleerd van het bystander-effect, geven we een aantal concrete handvaten wat iemand kan doen als hij vermoedt dat er problemen spelen op het gebied van verslaving binnen een gezin.
Veel mensen, zowel professionals als leken, vinden het lastig om onderwerpen als haperend ouderschap of drankgebruik bespreekbaar te maken. Deze zaken worden toch gezien als privé-zaken, ouders hebben recht om hun leven vorm te geven en hun kinderen op te voeden zoals zij dit zelf goed achten. Dit speelt wellicht ook mee in het feit dat mensen terughoudend zijn in het gebruiken van – verplichte – meldsystemen.
In de gesprekken die we met ouders hadden, echter, kwam naar voren dat ouders het bevreemdend vinden dat anderen de alcohollucht om hen heen ruiken, of blauwe plekken zien van huiselijk geweld, maar niet aan hen vragen hoe het met hen gaat. Zij ervaren deze stilte niet als respect voor hun privacy, maar als onverschilligheid. Voor sommige ouders bevestigde dit gevoelens van minderwaardigheid ‘het kan niemand wat schelen hoe het met me gaat’.
In de beschrijvingen van de ouder in hoe anderen op hen reageerden, of faalden te reageren, zagen we parallellen met het bystander-effect. Het bystander-effect((Omstandereffect – Wikipedia)) is voor het eerst beschreven toen meer dan 30 mensen getuige waren van de moord op een jonge vrouw, maar niemand ingreep.
De parallel gaat op een aantal punten scheef, we bedoelen niet dat ouders daders zijn tegenover hun kinderen en dat omstanders in moeten grijpen. En we willen ook niet alle verantwoordelijkheid bij omstanders leggen. Echter, we denken dat een aantal inzichten uit de wetenschappelijke literatuur over hoe de handelingsverlegenheid in het bystander-effect opgeheven kan worden, ook voor deze casus van gezinnen met alcoholproblematiek van nut kan zijn.
Uit de literatuur blijkt dat vooral het niet weten hoe men in kan of moet grijpen een belangrijke voorspeller is van handelingsverlegenheid. Gelukkig geven de ouders duidelijke handvaten in hoe ze graag zouden willen dat omstanders reageren.
Ouders geven aan dat ze kritiek op hun opvoedstijl of drankgebruik erg bedreigend vinden. Waar ze behoefte aan hebben, is compassie voor de onderliggende problemen. Ze hebben behoefte aan een gesprek vanuit oprechte interesse voor hun situatie, die breder is dan alleen alcoholgebruik en haperend ouderschap.
Een best-practice uit een andere context die handelingsverlegenheid probeert op te heffen is de Australische campagne voor suïcidepreventie ‘R U OK’ ((are you okay? Gaat het goed met je?)). Deze campagne moedigt mensen aan om anderen in hun omgeving regelmatig te vragen: ‘gaat het goed met je?’ Dit is weliswaar niet zomaar voldoende, zeker niet in complexe situaties, maar kan toch een belangrijke eerste stap in de juiste richting zijn voor veel mensen.
Ouders gaven aan dat ze bemoeienis juist waardeerden, mits op de juiste manier geboden. Zoals een van de geïnterviewde ouders zei:
[su_quote]“Ik had wel liever natuurlijk eerder hulp gehad. Had den we wel gewoon eerder gelukkig kunnen zijn. (…) maar ik was zelf dus niet in staat om hulp te zoeken. Maar gewoon als je dan bekijkt van school wist dat ik dronk. Nou hoe vaak er wel niet politie bij ons aan de deur is geweest, maar nooit iets heeft gedaan voor die kinderen. Weet je, dus daar heb ik dan wel iets mee van eh, ik wou dat hun eerder hadden ingegrepen.”[/su_quote]
Omstanders kunnen een belangrijke rol spelen in het toeleiden naar zorg van gezinnen waar alcoholproblematiek een rol speelt. Maar daarbij is het belangrijk dat men niet te snel en niet uitsluitend focust op de meest zichtbare problemen van bijvoorbeeld alcoholgebruik, maar er van meet af aan rekening mee houdt dat er voor ouders belangrijkere onderliggende problemen – kunnen – bestaan. Ouders geven aan dat compassie vanuit hun omgeving voor hun onderliggende problemen juist wel motiverend werkt, waar kritiek op alcoholgebruik of opvoeding vooral afschrikt.
Anke Snoek en Dorothee Horstkötter
0 reacties