Terwijl ik ’s avonds met mijn dochter op de bank zit en kijk naar een talentenshow komt er een appje van goede kennissen binnen. We kennen elkaar al heel erg lang, maar zien elkaar maar een paar keer per jaar. ‘Vinden jullie het leuk om morgen mee op een atelier-route te gaan?’ Mijn dochter en ik bekijken het meegestuurde linkje even, het lijkt ons wel wat. We vinden het ook leuk om hen weer te zien. Dus we plannen een moment voor de dag erna.
Die ochtend vraagt een vriendinnetje of zij kan afspreken met mijn dochter. Het eindigt ermee dat zij met ons meegaat. We treffen het stel met hun kinderschare en al gauw hebben de kinderen allemaal een leuk contact. We bekijken de kunstwerken terwijl we atelier na atelier ‘afwerken’. Het is vooral kijken en niet praten. Na een tijdje zijn de kinderen het een beetje zat en ik zou een babbeltje ook gezellig vinden. Dus ik stel voor om wat te gaan drinken in de horeca.
Het is even zoeken maar we vinden een alternatief cafeetje waar we iets bestellen. Vrijwel meteen daarna ziet ‘het stel’ een bekende. Er wordt uitgebreid met haar gepraat.
Ik voel mij het vijfde wiel aan de wagen.
Zolang de kinderen er nog zijn is het redelijk te doen. Maar als die buiten rond gaan dollen zit ik wel erg alleen terwijl zij drieën druk in gesprek blijven.
En het duurt.
En duurt.
Als ik niet zo eenzaam was in mijn binnenwereld had ik hier veel beter mee om kunnen gaan. Maar ik ben nu eenmaal verdrietig en onthand van binnen dus ik wacht, en slik mijn tranen in terwijl het verdriet steeds hoger gaat zitten. Ik voel mij echt te veel in hun mooie volledige en gezonde wereld. En net als ik denk aan opstappen loopt hun kennis weg
Zij draait zich naar mij om en start de ondervraging.
‘Hoe is het met je?’
Daar blokkeer ik al een beetje op. Waar moet ik beginnen na ruim een half jaar? En het verdriet zit mij al zo hoog. Als ik wat haper wordt ze specifieker: ‘Hoe gaat het met jou?’, vervolgt ze. ‘Hoe gaat het met je dochter? Hoe gaat het op school. Hoe gaat het op het werk. Hoe gaat het met je gezondheid. Hoe gaat het met….’
Het voelt als een tennisballenkanon dat op mij blijft afvuren. En ik probeer de ballen terug te slaan met al mijn kracht, maar het lukt niet. De ballen knallen hard op mij neer en verwonden mij. ‘Hoe lang geleden is Bert nu overleden?’ vraagt ze. Ik zeg ‘Een jaar, vier maanden, twee weken.’ ‘Zo lang al?’ zegt ze. ‘Is het lang?’, vraag ik mij vanbinnen af.
Onderhand komt hun kennis weer terug. Die was niet echt weg maar bestelde een kop soep. Hij richt zich weer volkomen op haar. En zij legt mij verder onder vuur.
Het lukt niet meer. Ik huil. Ik probeer mij te vermannen en veeg mijn tranen weg. Ik maak mij van het gesprek af. De vriendin van mijn dochter moet zo ongeveer naar huis, zeg ik. Met de staart tussen mijn benen verdwijnen we. Hij kijkt verbaasd op en vraagt ‘Nu al?’ Ik zie dat zij wat geschrokken is.
Later op de avond krijg ik weer een appje: ‘Ik wilde je niet verdrietig maken.’ Ik reageer terug dat zij dat niet heeft gedaan. ‘Ik werd geconfronteerd met mijn eenzaamheid tijdens het drankje in de horeca.’ Ik leg haar uit dat ik mij alleen gelaten voelde tijdens het gesprek dat zij met hun vriendin hadden en dat ik nog heel kwetsbaar ben. Dat is iets waar ik mee moet leren dealen en dat gaat de ene keer beter dan de andere keer. ‘Nu ging dat niet zo goed.’
Er is geen goede handleiding waarin staat hoe je om moet gaan met iemand die rouwt. Er is geen handleiding voor iemand zoals ik, die haar partner en haar gezondheid verloren heeft. Ieder mens is immers ook anders?
Deze kennissen bedoelden het goed maar de uitvoering was voor mij ongelukkig. Ik geloof ook echt niet dat er sprake was van onwil. Mogelijk lijkt het bij mij aan de buitenkant ‘te goed’ te gaan, terwijl ik binnenin nog steeds een warboel van emoties en onzekerheden ben.
Misschien geef ik te weinig prijs van mijn binnenwereld.
Misschien is het daarom ook wel goed dat ze mij zagen huilen.
Een handleiding is er niet. Maar waar ik het meeste behoefte aan heb is ‘gewoon’ een luisterend oor.
Niet een spervuur aan vragen.
Maar luisteren, echt luisteren.
En er even voor mij zijn.
Swanny Kremer
4 reacties
Annemiek
Tot tranen geroerd. Eerlijk en oprecht. wat ben je toch een mooi mens
Swanny
Wat een lieve reactie Annemiek. Dank je daarvoor.
Paulien Andriessen
Beste Swanny,
Wat ontzettend waardevol hoe jij je gevoelens en emoties iedere keer weer zo op papier weet te vertalen.
Ik vindt het altijd zo ingewikkeld om de juiste dingen te zeggen tegen mensen In mijn omgeving die ook door een diep dal moeten gaan.
“Er zijn” en “schoon luisteren” zijn wellicht wel het meest helpend.
Swanny
Denk dat je daar een eind mee komt Paulien. Door open te luisteren ben je er voor die ander, en vanuit dat contact krijg je vast meer inzicht in wat die ander die door een dal gaat nodig heeft. Dank je ook, voor je compliment.