4 – 6 minuten

2 reacties

‘Zes kerstmannen kan echt niet Mama’, zegt ze terwijl ze een keuze maakt. We bouwen een kersttafereel en zijn in gesprek. Juist in deze weken, op deze plek, denkt ze weer extra aan haar vader.  ‘Wat ik het moeilijkste vond was die keer dat jij je eerste chemo had en ik mee was om te zien hoe dat ging, en dat Papa tussendoor weg moest om zijn slangetje te laten vervangen voor een buisje. Dat vond ik zo erg. Mijn beide ouders…..’

Ik slik maar ik ben blij dat ik dit gesprek met mijn dochter kan voeren.

Ik weet het nog goed. Juist om de angst voor ‘het abstracte’ van de chemo weg te nemen was onze dochter mee naar het ziekenhuis. Zo kon ze zien hoe de afdeling eruit zag, dat er hele vriendelijke mensen werken, en dat de chemo eigenlijk gewoon een infuus is met een zakje aan een rek. Dat Bert tussendoor geholpen werd aan ‘zijn slangetje’ leek op dat moment een kleine ingreep. Maar wat een impact op een kind.

Nood

Ze vervolgt: ‘Of die keer dat Papa zo’n pijn had dat hij snel naar het ziekenhuis moest, en dat we daar zo lang moesten wachten. Jij moest toen ook kotsen. Ik werd toen opgehaald door (ik noem haar) Gertrude. En jij moest kiezen: bij Papa blijven of meelopen naar Gertrude. Dat was ook heel erg.’

Die situatie staat mij nog levendig voor de geest. Weer een keuzemoment: Bert had pijn en na bellen moesten we met spoed naar het ziekenhuis. Ik kon niet overzien hoe ik het anders kon oplossen dan er zelf heen te rijden ook al was ik hondsberoerd van chemo 1. Omdat ik niet wist hoe lang het ging duren ging onze dochter mee.

Achteraf had dat niet gemoeten, maar ik zag in de paniek van dat moment niet hoe het anders kon. Bert kon niet meer lopen van de pijn. Dus ik duwde de rolstoel door het ziekenhuis. Ik weet nog dat ik hem stil moest zetten, over mijn nek ging in het toilet, en hem weer verder duwde naar de spoedafdeling. Als het niet zo’n drama was zou je het (bijna) slapstick kunnen noemen. Maar wat heel mooi was die dag: ik belde de moeder van een vriendje, Gertrude, want onze dochter had een korfbalwedstrijd. Zij is haar komen halen in het ziekenhuis. Later kreeg ik de vraag of onze dochter mocht blijven logeren.

En tussen onze drama’s door kregen we foto’s van de wedstrijd, een gezellig bordspel, en de dag erna van een bezoek aan het zwembad. Onze dochter was opgenomen in hun gezelligheid. Zo mooi!

Kerstdorp

Bijna een jaar geleden stierf Bert, haar ‘Papa’. Op de plek waar zijn hoog-laag bed in de woonkamer stond bouwen we nu een heel groot kerstdorp met huisjes, poppetjes, lampjes en een reuzenrad dat gekleurde lichtjes heeft en kerstmuziek afspeelt. Met opzet. We hadden behoefte aan iets ‘vrolijks’ in ons leven en al helemaal op die plek. Al zegt ze: ‘Papa had dit niets gevonden, hè Mama? Hij zou zeggen: ‘We hebben al genoeg kerstspullen! Waar moet dit bewaard worden? Het huis is al zo vol!’ ‘, terwijl ze de huisjes mooi neerzet en nepsneeuw uitstrooit op de paadjes. Ik moet haar gelijk geven, maar zeg wat onhandig terug: ‘Toch had hij gewild dat we goed doorgingen en voor ons is dit goed.’

Ze is nu 11 en vraagt door: ‘Mama, als je geweten had dat Papa op die avond dood ging. Had je mij daar dan bij laten blijven?’ Ik zeg dat ik het niet weet, zijn dood overviel ons totaal. Bert en ik hadden tijdens zijn sterven niet eens echt door dat hij stierf.  Ik vraag of ze er bij had willen zijn. ‘Niet echt’, zegt ze, ‘maar ik vroeg het mij af.’

Redden

Ze praat er met mij niet vaak zo inhoudelijk over, maar wat heeft ze veel voor haar kiezen gehad. Ze was nog maar 10 jaar toen.

Ik weet dat ik niet steeds ‘het goede’ heb gekozen. Er was weinig goeds, maar het minst kwalijke dan. In ‘het gekkenhuis in stroomversnelling’ heb ik het wel geprobeerd. Maar krijg je kind maar eens onbeschadigd uit ‘de hel’. Dat is niet gelukt. En dat vind ik nog het allerergste.

Maar nu, in gesprek met elkaar, denk ik dat we het wel redden. Dat zij het wel redt.

Ze voelt, denkt na, wikt en weegt, vraagt en reflecteert. Ze is haar leeftijd op dit gebied ver vooruit, maar hoe kan het ook anders?

Maar nog belangrijker: ze is niet alleen. Mensen zoals Gertrude, haar gezin, en ook andere fijne mensen omringen haar, omringen ons. En dat helpt. Dat houdt ons overeind!

Swanny Kremer

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dank je Peter. Ik denk inderdaad dat de nare dingen die we mee hebben gemaakt, in ieder geval hebben meegebracht dat we -meer dan gemiddeld- ‘nadenken’. Over wat de moeite waard is, of wat we wensen en juist niet willen. Over wat belangrijk is en wat minder. Dat is dan weer winst.

Swanny,

voor jou en je (bonus)gezin sterkte in deze situatie van terugkerende momenten, herinneringen. Dank nogmaals dat je dit zo publiceert. En het lijkt erop dat je kinderen net zo goed kunnen reflecteren als jij. Dan moet het wel in orde komen. Of op orde komen. Want goed is anders.
Peter