minisymposium Michael Kolen

4 – 5 minuten

0 reacties

Op vrijdagochtend 10 november organiseerde Prisma op Landpark Assisië in Biezenmortel een mini-symposium LVB-zorg waarin de resultaten van het proefschrift van Michael Kolen, ‘De ongekende mogelijkheid van het alledaagse centraal stonden. Prof. dr. Xavier Moonen (Universiteit van Amsterdam) en prof. dr. Hanns-Stefan Haas (bestuursvoorzitter ESA Alsterdorf, Hamburg) reflecteren vanuit hun perspectief op de studie.

Het alledaagse

Het proefschrift van Michael Kolen sluit aan bij het gegeven dat zorgorganisaties zoals Prisma in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, maar ook GGZ-instellingen, verslavingszorg en justitie zien dat steeds meer cliënten met een licht verstandelijke beperking zich aanmelden. Het blijkt dat het voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) steeds moeilijker wordt zich in het dagelijks leven staande te houden.

Het proefschrift benadert deze thematiek vanuit een geheel andere invalshoek dan het gebruikelijke interventie en preventie denken, dat in de zorg gangbaar is. De titel van het proefschrift, ‘De ongekende mogelijkheid van het alledaagse’ verwijst naar de mogelijkheden voor goede zorg die in de alledaagse omgang zelf op het spoor kunnen worden gekomen. Daarbij worden niet alleen de jongeren met licht verstandelijke beperking en hun zorgprofessionals als actoren in die alledaagse omgang beschouwd, maar wordt expliciet in kaart gebracht hoe ook de institutionele context als derde actor daarbinnen een rol speelt.

Dagvoorzitter Julianne Meijers, lid van de Raad van Bestuur bij Siza geeft een persoonlijke inkijk op het thema. Ze vertelt over haar ontmoeting met 2 jongeren. Op zoek naar een eigen identiteit en zo graag mee willen doen in de samenleving, echter hoe inclusief is onze samenleving, als je een voedingsbudget, instellings taal volgens Julianne, van 30 euro hebt en graag biologische voeding wilt.

Veranderend zorglandschap

Xavier Moonen vraagt zich af of er een toename is van mensen met LVB of is de samenleving complexer geworden. Er zijn steeds meer mensen die het niet kunnen volgen en ten gevolge van deze complexiteit in de problemen komt. Het is zeker niet iets van de laatste jaren. In omringende landen vinden wij mensen met deze problematieken vaak niet binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg, zoals in Nederland.

De paradigmatische veranderingen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en de maatschappelijke veranderingen in de zorg lopen niet synchroon. Het zorglandschap verandert, er wordt gedacht in transitie. De neoliberale mensvisie en het loslaten van het verzorgingsmodel heeft ertoe geleid dat wij spreken over markt, kostenreductie. Moonen spreekt over etikettenzwendel.  Professionals mogen niet gebombardeerd worden met het invullen en afvinken van lijstjes.

In het proefschrift van Kolen mist hij Langeveld en Buber. Moonen ziet dat in de samenleving mensen elkaar niet meer ontmoeten; in gezinnen deelt men geen verhalen meer. Met de intrede van de TV en mobiele telefoon is er minder aandacht voor elkaar. Moonen pleit voor een sterke beroepsgroep. ten aanzien van de institutionele omgeving zegt hij dat het systeem killing is. Wat nodig is, is de ontmoeting en zorgzaamheid, maatwerk, geloof, vasthouden en volhouden, begrenzen en veiligheid en waardering en maatschappelijke betrokkenheid. Mensen niet veroordelen tot een uitkering.

Europees perspectief

Prof. dr. Hanns-Stefan Haas (bestuursvoorzitter ESA Alsterdorf, Hamburg) pleit voor een Europees perspectief. Wat kunnen wij van elkaar leren. Ook hij laat zien dat we in Duitsland dezelfde problematieken zien voor deze doelgroep; minder kansen, minder banen in een complexe wereld. Hoe kunnen professionals een bijdrage leveren aan participatie en inclusie? Wat is er in de wereld nodig voor deze groep? Wat kan er veranderen, wat heeft invloed op hun leven? Het zijn zowel politieke als beleidsmatige vragen. Hij vraagt zich af wat er van de toekomstige professional verwacht mag worden.

Wanneer zorginstelling betaald krijgen voor hun diensten staan zij dan voor inclusie of houden zij vanuit een economisch belang de segregatie in stand? En wat zijn de gevolgen van vroegtijdig kinderen van elkaar scheiden in het onderwijs, werkt dit ook niet segregatie in de hand. Volgens Haas moeten wij kritisch naar de toekomst zijn.

Tekst: Rimke Griffioen MA, zorgethica en adviseur Kwaliteitsprogramma Prisma.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *