4 – 5 minuten

1 reacties

Tegen het einde van mijn opleiding aan de master Zorgethiek en Beleid – het is wachten op de laatste beoordelingen – is als kers op de taart een artikel dat ik heb geschreven gepubliceerd in het Tijdschrift voor Gezondheidszorg en Ethiek (TGE).

In het kader van een opdracht voor de module Ethische competenties in zorg- en welzijnswerk schreef ik over de ervaring die we in onze studiegroep hebben opgedaan met de zorgethische methode voor morele reflectie ‘Een geografie van verantwoordelijkheden’, beschreven door Hans Van Dartel. Het mooie van deze methode is dat het een werkvorm gebruikt waarin lichamelijkheid centraal staat, wat tevens een zorgethisch ‘critical insight’ is. In dit artikel onderzoek ik de verbinding en verwevenheid tussen het lichamelijke en het morele.

Lichamelijkheid

Een moreel beraad kan dienen om onderliggende waarden en normen te expliciteren wanneer er sprake is van morele nood of een moreel dilemma. Er bestaan hiertoe voornamelijk verbale methoden (Van Dartel & Molewijk, 2014). De vraag is echter of deze methoden morele fricties in concrete zorgpraktijken voldoende vertegenwoordigen. Volgens verschillende zorgethici is het betrekken van lichamelijkheid binnen morele reflectie noodzakelijk om relevante kennis over de situatie en de morele frictie te verkrijgen (Hamington, 2004, 2012a, 2012b; Tillman, 2013; Van Nistelrooij & Maaskant, 2016; Walker, 2007). Onduidelijk is echter op welke wijze lichamelijkheid een rol kan spelen binnen morele reflectie.[pullquote]Lichamelijkheid is continu verweven met het ervaren, beoordelen en creëren van het morele handelen[/pullquote]

Samenvatting

Moreel beraad kan helpen in het expliciteren van onderliggende moraliteit. De vaak verbale methoden brengen verschillende perspectieven in beeld en geven kennis en inzicht in bestaande en nieuwe manieren van handelen. Vanuit zorgethisch perspectief ziet men belichaamde kennis echter als voorwaarde voor het leren kennen van concrete praktijken. In dit artikel worden drie perspectieven op lichamelijkheid belicht en wordt gekeken op welke wijze lichamelijkheid en moraliteit verbonden kunnen zijn. Zo blijkt een beschreven zorgethische methode voor moreel beraad een te smal begrip van lichamelijkheid te hanteren, en kan lichamelijke kennis een sterkere verbinding met het morele handelen hebben dan gedacht.

Reactie Hans van Dartel

Lichamelijkheid een plaats geven in moreel beraad: geen eenvoudige opgave

Samenvatting

In het artikel van Marjolein Tops over lichamelijkheid als onderschatte factor binnen morele reflectie worden behartenswaardige zaken gezegd. Uitgaande van de mogelijkheden die lichamelijk waarnemen biedt om helderheid te creëren over de ambiguïteiten die zich voordoen in het handelen, wordt gepleit voor meer waardering van lichamelijkheid in de methoden van moreel beraad. Daar is volgens Tops winst te behalen. Terwijl lichamelijkheid volgens haar sowieso te weinig ruimte krijgt in moreel beraad, blijkt bij die enkele methode waar ze wel een rol speelt het belang onvoldoende uitgewerkt.

[su_button url=”/wp-content/uploads/2020/02/TGE201702_p34-40_CS-Tops-en-Reactie-Van-Dartel.pdf” target=”blank” style=”flat” background=”#e49c00″ center=”yes” icon=”icon: download” class=”extra-padding”]Download en lees het hele artikel[/su_button]

Tijdschrift voor Gezondheid en Ethiek
stelt zich ten doel de kwaliteit van de morele bezinning op actuele veranderingen binnen de gezondheidszorg te bevorderen. Verschillende invalshoeken, benaderingen en levensbeschouwingen komen aan bod. TGE heeft oog voor de fundamentele problematiek die in actuele casuïstiek besloten ligt zonder de urgentie van de concrete problemen in het dagelijkse medische handelen te miskennen. TGE wil informeren over actuele ontwikkelingen, maar biedt tevens een kader voor meer fundamentele beschouwingen vanuit een breder cultureelfilosofisch perspectief. Lees hier meer over de verschillende abonnementen.

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *