De man van negentig liet me nu toch maar eens komen. Hij had al een tijdje pijn op de borst en had gehoord dat dit op hartklachten kon duiden. Hij vertelde dat hij niet langer de verantwoordelijkheid kon dragen om het maar zo te laten.
“Hoe bedoelt u dat”, vroeg ik hem. De reden van zijn verzoek intrigeerde me. Meestal willen mensen van hun klachten af of willen ze een antwoord op onzekerheid. Soms word ik gebruikt om de strijd tussen twee echtelieden te beslechten (“zie je wel, de dokter zegt het ook”) en soms wil iemand dat ik hem ontsla van zijn verantwoordelijkheid (“zo kan ik toch niet werken?”).
Maar nu wil iemand niet langer verantwoordelijkheid dragen om niets aan zijn klachten te doen.
De man was voorbereid om mijn vraag. “Mijn kinderen dokter, die kan ik dat niet aandoen. Stel dat mij wat gebeurt.” “Wat dan?” stelde ik mij onnozel op (tip aan jonge dokters: wees dom, dan krijg je betere antwoorden. Mensen worden onzeker van slimme vragenen gaan dan rare dingen zeggen).“Nou, dan zou ik dood kunnen gaan en dat kan ik mijn kinderen niet aan doen.”
Opnieuw dom: “maar u zult toch een keer dood moeten gaan?”“Dan zadel ik ze voor altijd op met een slechte vader, ik weet niet of ik het wel goed heb gedaan.” “U zou het ze eens kunnen vragen,maar ik denk dat u het antwoord al weet?” “ Ja, dat klopt, ze vinden dat ik niet moet zeuren, ze vinden mij een goede vader.”
Tegen beter weten in bleef hij in leven om een schuld af te lossen die al lang was afgelost. Hield hij zich hiermee op de been? Zijn angst om dood te gaan zocht voorlopig nog houvast leek het. Wat als hem dit motief werd ontnomen? Het zou hem koud om zijn hart worden denk ik.
Peter Leusink, huisarts
0 reacties