“Al jaren bereiken ons zorgelijke verhalen vanuit de zorgsector. Zowel patiënten als zorgverleners trekken aan de alarmbel: elke dag schreeuwen ze hun onmacht en frustratie uit over een systeem dat vastloopt in starre regels en procedures. In een poging om de zorg goedkoper te maken, is een groeiende toplaag van managers zich dan ook meer gaan bekommeren om cijfers dan om mensen. Hoog tijd dus om de sector tegen het licht te houden en ons enkele cruciale vragen te stellen. Want vergis u niet: dit is ook úw zorg.
De dementerende vrouw die werd opgesloten in een ijzeren linnenkooi omdat niemand tijd had om bij haar te blijven. Het meisje met een beperking bij wie de tanden al worden gepoetst terwijl ze op het toilet haar behoefte probeert te doen. Ouderen die ’s nachts pampers aan moeten, enkel omdat er geen personeel is om hen naar het toilet te brengen. Zorgontvangers voelen zich een product en zorgverleners hebben het over bandwerk. De zorg kreunt, zoveel is duidelijk. Hoe is het zover kunnen komen?
In een samenleving die steeds meer doordrongen is van marktdenken, kon de zorgsector niet achterblijven. Om de zorg goedkoper te maken, proberen managers en consultants onze zorg te ‘beheersen’. Zorgpersoneel spant zich dan ook dagelijks in om een waterval aan cijfers te produceren, want alles moet te verantwoorden zijn. Checklists, handelingsplannen en evaluatieschema’s: wie in de zorg werkt moet onophoudelijk meten, registreren en controleren.[pullquote]”Daarin zit het helende van zorg: de relatie tussen zorgontvanger en zorgverlener.”[/pullquote]
Die aanpak waarbij men de cijfers achterna loopt, legt een een economische kijk bloot die enkel de korte termijn dient. Want wie efficiëntie najaagt boet vaak in aan effectiviteit en kwaliteit. Dat is bij de zorg niet anders. Rendementsdenken en productiviteitsdruk leidden ertoe dat in de zorg geen minuut nog ongepland is. Elke seconde dient maximaal benut. Gevolg: de tijd die nodig is voor echte zorgzaamheid gaat verloren.
Wie de zorgwereld bekijkt in termen van efficiëntie en rendabiliteit ziet slechts de helft van het verhaal. Er wordt volop gecheckt, geregistreerd en gerangschikt om tot goedkopere, maar vooral zielloze eenheidsworst te komen. Maar uiteraard zijn lang niet alle aspecten van goede zorg te vatten in prestaties, schema’s en procedures alleen. Welk cijfer plak je op zorgzaamheid of menselijkheid? Goede zorg vraagt in de eerste plaats maatwerk. Hulpverleners hebben de ruimte nodig om in te spelen op de specifieke noden van de mens voor hen.
En dat zit er niet meer in. Van haren kammen tot steunkousen aandoen, elke zorghandeling moet tegenwoordig als prestatie afgevinkt worden in een vastgelegde procedure. Net zoals aan de lopende band in de autoassemblage is de zorg een pakket ‘standaardhandelingen’ dat afgewerkt moet worden met de chronometer in de hand: zestig seconden om een patiënt uit bed te halen, twee minuten om te douchen. Slaapbeleid, koortsbeleid, luierbeleid of traumabeleid: voor alles bestaat een strak geregisseerd draaiboek. Maar elk kind reageert toch anders op koorts? Elke oudere is toch niet moe op exact hetzelfde moment? En een trauma benader je toch vanuit de persoon zelf?
Zorgen is geen bandwerk maar bindwerk. Daarin zit het helende van zorg: de relatie tussen zorgontvanger en zorgverlener. Hoe vluchtig ook, die band is erg belangrijk. Wie al eens in het ziekenhuis lag, weet dat het contact met dokters en verplegers een wereld van verschil kan maken in de manier waarop je je voelt en een invloed heeft op je genezingsproces. Als we de tijd voor die kleine goedheden wegnemen, ontmenselijken we niet alleen de patiënt, maar ook de zorgverlener. Personeelsleden vinden niet langer fierheid of vreugde in het werk. Ze voelen zich niet meer aangesproken op hun ambacht, hun capaciteiten, hun ervaring, hun intuïtie en hun waardigheid. En dat leidt tot veel frustratie. Onlangs vatte een verpleegkundige het zo voor ons samen: “Ik word gewerkt. Zonder de tijd voor een aandachtig babbeltje of een kalmerend woord, wordt wat ooit een roeping was gelatenheid en vervreemding.” Zo verliezen we als samenleving alsmaar meer gemotiveerde verpleegkundigen.
Wanneer schrijnende verhalen uit de zorg de media halen, flakkert het debat altijd wel even op. Maar steeds blijven we steken in het zoeken naar een schuldige en vinden we er niets anders op dan nóg meer te gaan meten en controleren. Méér bureaucratie, meer controle van bovenaf. Ondertussen zitten dementerende ouderen urenlang vastgebonden aan hun stoel of bed omdat niemand tijd heeft om een oogje in het zeil te houden. Psychiatrische patiënten krijgen kalmeringspillen in plaats van een gesprek. In rusthuizen moet slaapmedicatie de werkroosters van het personeel op elkaar helpen afstemmen. Het aantal burn-outs in de sector neemt in hoog tempo toe, net als uitval door ziekte en vermoeidheid, waardoor de werkdruk voor het overige personeel nog stijgt … en er nog minder seconden per patiënt overblijven.
Waar zijn we het vertrouwen kwijtgespeeld in de bijzondere rol van de zorgverlener, die het vak toch leerde vanuit een goesting om goed voor mensen te zorgen? Laat ons dit keer de discussie ten gronde voeren en de juiste ‘schuldige’ aanwijzen: een systeem dat al decennialang scheefgroeit onder de principes van de markt. Laat ons de zorg zo herdenken, dat we opnieuw menselijke relaties centraal stellen en zorgverleners vertrouwen en tijd geven om het verschil te maken in het leven van mensen.
En laat ons afstappen van de mechanische benadering van efficiëntie in de zorg. Die is helemaal niet efficiënt maar zorgt ervoor dat zowel patiënten als werknemers met de dag ongelukkiger worden. Winst op korte termijn houdt immers geen rekening met hoe de patiënt zorg ervaart. Efficiëntie zit niet in met uitgebluste werkkrachten. En de verwoestende gevolgen van die zuiver economische insteek zijn op lange termijn helemaal niet ‘rendabel’.
Uiteraard is het nodig de uitgaven kritisch te blijven bekijken. Maar laat daarbij de menselijke factor opnieuw zwaarder doorwegen. Veel geld uitgeven aan een loodzware administratie die iedereen ongelukkig maakt, staat haaks op de goedkopere zorg die men ooit voor ogen had en heeft niets meer te maken met ‘welzijn’. Inderdaad: ons huidige zorgsysteem levert géén duurzame, betaalbare zorg op.
Misschien vraagt u zich af of we een ander soort zorg kunnen betalen? Dat kunnen we. De vraag is vooral: wíllen we dat? Dat is een keuze die we als samenleving moeten maken: hoe willen we voor elkaar zorgen? Van kinderopvang en kraamzorg over mantelzorg en ouderenzorg tot ziekenhuis of revalidatiecentrum: wat verwacht u van de zorg?
Het is tenslotte ook úw zorg.”
Auteurs:
Dorien Meulenijzer (Leuvens OCMW-raadlid voor sp.a en zelf persoon met een beperking)
Bieke Verlinden (Leuvense sp.a schepen van sociale zaken, werk en studentenzaken)
Vandaag werd het filmpje gelanceerd op Knack samen met dit opiniestuk. En vanavond zijn ze te gast in De Afspraak om 20:30u op Canvas.
0 reacties