“U bent zeker de dokter.” Ik stond in de lift van het verzorgingstehuis op weg naar een patiënt. Mijn tas verraadde mijn functie en ik maakte een praatje. Vervolgens werd ik nagekeken. Waar zou die tas naar op weg zijn? Nieuwsgierigheid en bezorgdheid liggen dicht bij elkaar en beiden zorgen voor nieuwe praatjes in de lift. De tas als communicatiemiddel.
Mijn tas is zo’n echte dokterstas van bruin leer die in het midden openklapt. Overigens zou een loodgieter er zijn spullen ook makkelijk in kwijt kunnen, maar kennelijk voelen een bloeddrukmeter en een stethoscoop zich er ook in thuis. Dit zijn dan ook eigenlijk de belangrijkste zaken die een dokter nodig heeft. Zou ook in een rugzakje passen of in de zakken van een jasje.
Natuurlijk zit er nog meer in een dokterstas maar dat je het gebruikt, nee. Een reflexhamer, een lampje, ampullenetui, receptenblok, naalden, spuiten, het zit te verstoffen in de tas. We zijn allemaal te gezond of we gaan naar het ziekenhuis. Toch gaat ie mee elke visite, het is een houvast, het geeft zekerheid:“u bent zeker de dokter.”
Het was dan ook een vreemde ervaring eens zonder tas op visite te gaan. Ik had van het ziekenhuis vernomen dat de man longkanker had met uitzaaiingen. Na het werk zou ik even langsrijden, de tas liet ik op mijn werk achter. Toen ik het grindpad opliep wist ik niet waar ik mijn handen moest laten. Wachtend voor de deurstond ik daar maar wat te dralen. Na binnenkomst voelde ik mij op bezoek, zoals de eerste keer bij mijn schoonouders. Geen tas die even neergezet kon worden, niets binnen handbereik, geen afleidende onnodige handelingen.
Kaal op de man af, hoe gaat het nu met u.
Peter Leusink, huisarts
0 reacties