Je ziet het steeds vaker; zorg en kunst die elkaar opzoeken. Voor een symposium in de zorg nemen we een theatermaker in de arm, en van het concept van Healing Environment maakt kunst onderdeel uit. Hebben kunst en zorg iets met elkaar? Eerst dacht ik van niet. Nu denk ik er iets anders over.
Toen ik mijn eerste stappen in de zorg zette, wist ik niet wat me overkwam. Als muziekrecensent bracht ik jarenlang twee tot drie avonden per week in de concertzaal door, en als docent aan het conservatorium gaf ik les aan jonge mensen, die droomden van een loopbaan als solist of als orkestmusicus. Vanuit een wereld van verbeelding en schoonheid belandde ik in een wereld waarin efficiency meteen ook maar een goede reden leek voor lelijkheid.
Ik liep er door troosteloze gangen, met troosteloze planten en goedbedoelde schilderijen van bloemen in extreem vrolijke kleuren, wat het alleen maar erger maakte. Ik sprak er verzorgenden die hun gevoelens van machteloosheid met me deelden, en bewoners die het lang niet altijd naar hun zin hadden.
Waar was ik verzeild geraakt? Geen muziek meer op de gang, uit studeerkamertjes en leslokalen, zoals in het conservatorium, maar tastende handen tegen het ronde raam in de deur van de gesloten afdeling. Er klonk hulpgeroep van een vrouw die van geen ophouden wist, in plaats van dat studenten hun dagelijkse portie toonladders oefenden, wetend dat hun droom gerealiseerd kon worden als ze uren op die lastige etude studeerden, die moeilijke pianosonate uit hun hoofd leerden. Ze wilden alles weten over Chopin, gingen naar Parijs om op Père Lachaise bloemen op zijn graf te leggen en een lippenstiftkus te drukken op het grafmonument van de schrijver Oscar Wilde.
Ik moest mijn best doen om niet meteen om te draaien, toen ik mijn eerste stappen in het woonzorgcentrum had gezet, mijn eerste werkplek in de zorg. Maar ik ben gebleven. Waarom? Misschien zijn er evenzoveel antwoorden op deze vraag, als er mensen zijn die hem aan me voorleggen. Aan de een vertel ik het verhaal over de tastende handen. Aan de ander het verhaal over de om hulp roepende vrouw. Aan een derde het verhaal dat ik op een goede dag besloot om als een terriër mijn tanden in de ethiek te zetten en niet meer los te laten voordat míjn droom is uitgekomen. Al deze verhalen zijn waar, en weer andere zijn ook waar. [pullquote]Vanuit een wereld van verbeelding en schoonheid belandde ik in een wereld waarin efficiency meteen ook maar een goede reden leek voor lelijkheid.[/pullquote]
Nu ik zo’n twaalf jaar in de zorg werk, zijn kunst en zorg voor mij schuivende panelen geworden. Of je nu violist, ethicus, verpleegkundige, bestuurder, dirigent of medisch specialist bent: als je goed wilt zijn in wat je doet, moet je je werk aandachtig doen.
Maar er is ook een verschil. Publiek komt uit vrije wil naar een concert, maar een patiënt kiest er niet voor om patiënt te zijn. Hoezeer we het ook hebben over keuzevrijheid in de zorg en over ‘de autonome patiënt’, patiënten zijn niet vrij als het gaat over hun patiënt-zijn. Werken in de zorg brengt daarom een speciale verantwoordelijkheid met zich mee. We werken niet met partituren, met verf of met teksten, maar met mensen die iets is overkomen.
We moeten daarom misschien wel aandachtiger en opmerkzamer zijn dan kunstenaars. Dat lukt ons niet altijd even goed. Daarom is het goed om zo nu en dan even pas op de plaats te maken. Kunst kan daarbij helpen. Omdat kunstenaars met andere ogen kijken dan wij. Voor hen is een tillift een wonderbaarlijk ding. Je zult er maar in hangen! En gelijk hebben ze.
Angeline van Doveren
Ze is filosoof, theoloog, musicoloog en werkt als ziekenhuisethicus bij Rijnstate. Op de Rijnstate Blogs schrijft ze over haar werk en ervaringen. Deze columns zullen we de komende maanden publiceren.
Gepubliceerd 20/11/2014 op Rijnstate Blogs.
2 reacties
Piet Ronnes
Dag Angeline,
Nu ik je hier tegenkom, zie ik je werken in een weer andere omgeving. Prachtig verteld en ook duidelijk dat iemand gemotiveerd voor wat voor werk dan ook, goed kan zijn daarin.
Succes verder! groet,
dinco verhelst
Ik zou willen zeggen ‘we werken in de zorg met mensen’. Mensen die door ziekte zijn, waar ze zijn en daar (tijdelijk) leven. En dan is het gegund voor een ieder, dat het leven breder is dan alleen ziekte. Bloemen als dat kan, muziek en mooie dingen om naar te kijken. En gezien worden, echt gezien worden.