‘Wat moet ik doen dokter, hij luistert niet meer naar mij!’ Tegenover mij zat een dame van net over de zestig. Na een aantal consulten in de sfeer van oorontstekingen, hoesten en jeuk, veerde ik op. Andere vaardigheden moesten worden geactiveerd, ik begreep dat ik er nu niet afkwam met een recept of een geruststelling. Actief luisteren werd vereist en ik moest haar een antwoord gaan geven op de wanhopige vraag: wat moet ik doen.
Het makkelijkst zou zijn vanuit de buik te gaan schieten. Hij slaat u nu al 20 jaar mevrouw, ik zou terug gaan slaan. Hij gaat al 10 jaar vreemd met uw beste vriendin? Ik zou er ook een ander bij gaan nemen mevrouw! Oog om oog, tand om tand zijn dermate elementaire maatregelen dat dit het meest voor de hand zou liggen. Ik wist echter op grond van duizenden jaren oorlog dat de effectiviteit van dit aantrekkelijke gelijkheidsbeginsel niet zo hoog zou zijn. Zeker niet voor deze vrouw die al tientallen jaren samen met haar man vertoefde. Over een andere boeg dus maar.
Waarom luistert hij niet meer naar u mevrouw? Naar wat zou hij moeten luisteren? Met hier en daar wat prikken trachtte ik structuur aan te brengen in dertig jaar gekissebis. U luistert nog wel naar hém? Op deze vraag volgde opeens een stilte waarna ik de wind van voren kreeg: nee, natuurlijk niet dokter, hij luistert ook niet naar mij en de riedel begon opnieuw. Ondertussen genoot ik nog even na van de korte radiostilte van zojuist. Daar lag een kans, maar die zou ze nooit grijpen. Het stomste dat ik nu kon doen was goede raad geven. Die zou ze onmiddellijk verwerpen en dan stond ook ik te boek als iemand die niet naar haar luisterde en dan was ze deze strohalm ook nog kwijt.
Nu kwam het er dus op aan. Ik besloot haar te complimenteren: iemand die dit al jaren volhoudt moet wel veel van haar man houden. De dame stortte plots in snikken uit, wist niet goed meer wat te zeggen en bedankte me bij het verlaten van de kamer voor het goede gesprek.
0 reacties