In 2012 hebben de GGz en de zorgverzekeraars in het bestuurlijk akkoord een gezamenlijk verantwoordelijkheid op zich genomen om een nieuw zorglandschap te realiseren om goede verslavingszorg betaalbaar en toegankelijk te houden.
In mei 2013 hebben de verslavingszorginstellingen die aangesloten zijn bij de GGZ Nederland (waaronder de VNN) het visiedocument voor de verslavingszorg herijkt en geactualiseerd.((Kaderbrief Verslavingszorg Noord Nederland, augustus 2013)) In samenspraak met de cliëntenbeweging is herstel (ondersteunende zorg) gekozen als leidend beginsel in de verslavingszorg.
Herstel baseert zich op een mensvisie die de nadruk legt op de mogelijkheden die mensen hebben om eigen regie te nemen over het verloop van de zorgverlening: door zelfzorg een deel van de zorg overnemen, en door training, therapie en externe steun zelfregulatie verbeteren.((Rapport “Een visie op verslaving en verslavingszorg: focus op preventie en herstel”, p. 9))
De begrippen ‘zelfzorg’ en ‘zelfregulatie’ die in bovenstaand rapport genoemd worden, zijn beleidsbegrippen met vooronderstellingen. De genoemde mensvisie lijkt gebaseerd op een liberalistische visie van autonomie, de mens als onafhankelijk, zelfregulerend persoon met verantwoordelijkheid over de eigen zorg. De vraag die bij mij opkomt is of de genoemde mensvisie ook recht doet aan de kwetsbaarheid van het bestaan.
Bijvoorbeeld de zorg voor de groep verslaafden die vallen onder de zogenaamde groep ‘zorgwekkende zorgmijders’. Deze naam wordt vaak gebruikt voor verslaafden en dak- en thuislozen met psychische problemen. Bij deze groep mensen zal zelfregulatie een minder goede optie zijn om tot herstel te komen. Deze mensen hebben ernstige problemen om zich staande te houden en zijn niet, dan wel zeer moeilijk, te overreden om zorg te accepteren, laat staan actief de eigen regie te nemen over de zorgverlening.
Is het streven naar zelfzorg en zelfregulatie niet een onhaalbaar en misschien zelfs schadelijk doel? Brengt dit deze zeer kwetsbare groep niet juist tussen wal en schip?
Wellicht doet het relationele mensbeeld vanuit de zorgethiek meer recht aan de zorg die deze mensen nodig hebben. Vanuit zorgethisch perspectief wordt zorg ingebed in relaties. Uitgangspunt is dat de patiënt ‘anderen’ om zich heen nodig heeft om zorg te kunnen ontvangen. Deze ‘anderen’ zijn mensen die in relatie staan met de patiënt en de gedeelde verantwoordelijkheid willen nemen voor zijn/haar zorg.
Ook voor ‘zelfzorg’ zijn deze ‘anderen’ noodzakelijk. Een groot probleem bij de groep ‘zorgwekkende zorgmijders’ is dat het web van relaties vaak erg beperkt is als gevolg van het gedrag dat deze mensen kunnen laten zien, bijvoorbeeld agressie voortvloeiend uit de verslaving. De kwaliteit van leven van deze kwetsbare groep kan echter zonder ‘anderen’ niet verbeterd worden.
Meer aandacht zou daarom uit moeten gaan naar deze ‘anderen’ rondom de patiënt heen. De interpretaties van deze ‘anderen’ met betrekking tot noodzakelijke zorg, zijn nodig om tot juiste keuzen op behandelniveau te komen. Op zowel politiek- als op wetgevingsniveau moet nagedacht worden hoe deze kwetsbare groep mensen, waar verwaarlozing op de loer ligt, en de ‘verantwoordelijke anderen’ het best bereikbaar en benaderbaar zijn.
Susanne van den Hooff
0 reacties