4 – 5 minuten

1 reacties

In 2011 schreef Monique Smit een aankondiging voor trainingscentrum De Keerzijde. Drie jaar later neem ik deel aan een workshop, een kennismaking met het programma dat ze aanbieden aan zorgprofessionals die werkzaam zijn binnen verschillende lagen van een instelling in diverse zorgsectoren. De Keerzijde wil zorgprofessionals laten ervaren hoe het is om eens aan de andere kant van de zorgrelatie te staan. In deze korte kennismaking heb ik ervaren hoe het is om in een zorgafhankelijke positie te staan en realiseer ik me beter wat oog hebben voor een ander inhoudt. Autonoom zijn blijkt nog niet zo vanzelfsprekend en dat maakt kwetsbaar.

De Keerzijde

Tessa in afwachting van wat de begeleider nou gaat doen…

Ouderenzorg, dat is de gekozen sector van vandaag. Iedereen kiest een beperking. Ik kies voor het slechts kunnen gebruiken van één arm en hand. Ik krijg een sok om mijn hand en mijn arm gaat in een mitella. We zijn met een groep van zeven personen. We gaan activiteiten doen. Eerst een wandeling buiten. Met twee begeleiders gaan we naar buiten, maar waartoe geen idee. “Op de stoep lopen!”, “wel op elkaar wachten!”, “pas op die auto! Had je niet gezien hè?”. “Uhm die had ik wel gezien”, zeg ik zachtjes. Wel even wennen dit. Rustig lopen we verder, zeg gerust stapvoets, in een rijtje achter elkaar. Wat zullen we gaan doen, vraag ik mij af. Er wordt niks verteld, maar goed ik vraag het ook niet. Is dat raar? De begeleiders weten duidelijk waar we heen gaan, dus ze zullen het wel weten, toch? “Jongens wel oppassen voor die vrachtwagen, hoor”. Ik zit toch niet meer in de peuterklas! denk ik in mijzelf. Ik zeg niks. Waarom niet, vraag ik mij later eigenlijk af. Is het omdat je in een groep bent? De anderen zeggen ook niks ondanks dat iedereen het ongemakkelijk vindt, merk ik.

We zijn terug binnen. Zitten aan tafel. Koffietijd met taart. We worden hierin geholpen, het is goedbedoeld hoor, maar ik kan toch zelf wel mijn taart snijden? Ik raak geïrriteerd en ik zeg “Ik kan het zelf wel”. Wordt niet op gereageerd. Ik zeg het nog een keer, “oh sorry”, zegt de begeleider. Ik hoor in haar stem dat ze een beetje teleurgesteld is. Ze wilde me alleen maar helpen, denk ik. Maar ik mag toch ook wel voor mijzelf beslissen wat ik nog wel en niet kan en waar ik hulp in nodig heb? Ik heb dan nog máár een arm die het doet, maar die doet het nog prima! Maar doe ik als hulpverlener niet hetzelfde als zij? Je denkt  iemand te helpen door het over te nemen, maar daar help je de ander dus niet altijd mee realiseer ik me nu.

De Keerzijde

…wat raar als iemand anders je tanden poetst!

Dan de volgende activiteit, kan ook niet anders: Bingo! Of wat mijn buurman schreef op het papier, hij kon niet meer praten, Bloody Bingo. Gezellig hoor, lang geleden dat ik dit spelletje speelde, ik kan er wel om lachen. Opeens zie ik dat aan mijn arm zonder mitella een haar hangt en ik krijg hem er niet af! Verdorie, en nu? Ik merk dat ik aan het stuntelen ben. De begeleiders zien het niet, moet ik dan vragen om hulp? Oh, wat irritant, nu voel ik me wel echt een kleuter. Gelukkig ziet mijn buurvrouw mijn nood en haalt de haar weg. Wat ben ik opgelucht! Vervolgens lopen de begeleiders in en uit. Geen idee waarheen en waartoe. Af en toe spreken ze tegen elkaar over mijn zorgplan of dat van mijn buurman, en over dat ze het zo druk hebben vandaag. Ik zit in dezelfde ruimte, begrijpen ze niet dat ik hen kan horen? Zal ik er wat van zeggen? Oh, nu gaat het alweer over de verzorging. Ik zeg het een volgende keer wel, denk ik bij mijzelf. Het is drie uur, wat een opluchting denk ik bij mezelf, de workshop zit erop. Dit was maar twee uur, hoe zou het wel niet zijn als ik werkelijk in een zorgafhankelijke positie zou zijn?

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *