2 – 3 minuten

0 reacties

Nu mijn kinderen ouder worden heb ik ze het nog maar eens op het hart gedrukt: jullie hebben recht op geheimpjes. Gegiechel was mijn deel want inmiddels hadden ze al geheimen en eigenlijk stonden ze te popelen om er een aantal aan mij te vertellen. Want laten we eerlijk zijn: een geheim is pas een geheim als ook iemand wéét wat het geheim is. Anders is het ook zo kaal. Een geheim in alle eenzaamheid dragen gedurende tientallen jaren, nee, je zou er buikpijn van kunnen krijgen. Een geheim krijgt pas écht een status als er enkelen van op de hoogte zijn.

Ongetwijfeld bent u ook ooit wel eens in vertrouwen genomen met een kun-je-een-geheim-bewaren? Wie niet, je zou niet durven om nee te zeggen. Je naaste vertellen dat je onbetrouwbaar bent betekent de rest van je leven uitgesloten te worden van roddel en achterklap. Daarnaast wil je graag de steun en toeverlaat zijn en heb je een sterke schouder: kom maar op met het geheim! Nieuwsgierigheid is immers een belangrijke motor in ons leven, zij leerde ons lopen en lezen en zij geeft ons nageslacht. Zo slecht kan nieuwsgierigheid daarom niet zijn. En mocht het toevertrouwde geheim te zwaar op de maag liggen, dan is er altijd wel iemand in de omgeving die u kunt vragen of hij een geheim kan bewaren.

Een huisarts hoort veel geheimen. Maar de pech is dat de huisarts een beroepsgeheim heeft. Niets geen smakelijke verhalen bij thuiskomst aan de eettafel. ‘Kunnen jullie een geheim bewaren?’, nee, daar kun je als huisarts niet mee aankomen. De vraag is dus of een geheim het wel zo goed heeft bij de huisarts. Het blijft daar maar liggen, wordt nooit eens opgeschud, lekker gemaakt, doorgekauwd of warm gehouden. Nee, bij de huisarts sterft het geheim een gewisse dood. En dat past niet bij een geheim. Een écht geheim is nooit alleen. Maar je hebt er wel recht op.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *