“Ik denk dat ze dood is”. De wijkverpleegkundige belde die avond de huisartsenpost en zij wist hoe het hoorde. Het constateren van de dood, ook al lijkt dat soms zeer eenvoudig, was voorbehouden aan dokters en daarom zei ze erbij dat ze dácht dat het zo was.
Het schouwen van overledenen in de avonden en weekenden is weliswaar geen spoedeisende hulp maar wel een taak van de huisarts. Meestal vormt het een waardig rustpunt tussen de spoedritten door. De dode vertelt de dokter hoe het kan aflopen als deze zijn best niet doet. En de dode vertelt de dokter dat het nu eenmaal zo gaat in het leven. Vervolgens praat de dokter met de familie, er wordt kort teruggeblikt op de aanloop naar de dood en voordat de familievetes op tafel komen worden de noodzakelijke formulieren ingevuld waarin de dokter verklaart dat iemand dood is.
De wijkverpleegkundige deed open en begeleidde me naar de slaapkamer. Het was stil in huis. Meestal is er familie aanwezig, is er gepraat en gesnik, of is er een onrust over hoe het verder moet. Nu was er niemand en deed de dode het woord: hier was sprake van een kilte. Nadat ik instemde met het vermoeden van de wijkverpleegkundige vroeg ik haar of er al familie was gebeld. Er was inderdaad al gebeld met de dochter, maar die wilde die avond niet komen want het kwam niet zo goed uit. Zij zou morgen wel even langskomen. Perplex vroegen we ons af of dit onder Oudermishandeling viel.
Was hier al een Meldpunt voor? Of lag hier een markt voor een handige Online ondernemer (www.stervenshulpterwijluslaapt.nl) ? Ik vroeg me af of een dode nog eenzamer kon zijn dan de dood zelf al met zich meebracht. In ieder geval zou de verpleegkundige een begrafenisondernemer bellen zodat de oude vrouw mooi opgebaard zou liggen de volgende ochtend. Zij wist hoe het hoorde.
0 reacties