Leden van het Ethisch Elftal reageren op een moreel dilemma uit de zorgpraktijk van alledag. Deze keer een jongeman met een verstandelijke beperking. De instelling overweegt om zijn bezoeken aan familie te stoppen omdat zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens die bezoeken uit de hand dreigt te lopen. Frans Vosman, Karin Seijdell en Ingrid Bullens gaan over deze casus in gesprek.
Een jonge man met een lichte verstandelijke beperking en gedragsproblemen woont in een groepswoning op het terrein van een zorgorganisatie. Vanwege seksueel ontremd gedrag heeft hij veel begeleiding nodig. Twee keer per maand gaat hij een weekend naar familie. Dat familiebezoek betekent veel voor hem. Vanwege zijn gedragsproblemen zijn daar strikte regels voor opgesteld waarover ook duidelijke afspraken met familie zijn gemaakt.
Familie houdt zich echter keer op keer niet aan die afspraken en laat de cliënt geregeld alleen op stap gaan. Regelmatig loopt het dan uit de hand en komt de cliënt toch weer tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. De zorginstelling overweegt nu de bezoekafspraken op te schorten omdat zij niet verantwoordelijk willen zijn voor de misdragingen van de cliënt.
Frans Vosman: We hebben eigenlijk te weinig informatie. Ik vraag me bijvoorbeeld af wat dat ‘seksueel ontremd gedrag’ is, waarover gesproken wordt. Het is waarschijnlijk bedoeld als een correcte, beschrijvende uitdrukking. Maar waar gaat het over? Wie worden er met het ‘gedrag’ geconfronteerd? Zit hij vooral meisjes lastig achterna of zwaait hij op het terras met zijn piemel?
Ingrid Bullens: Ik kan wat meer over deze casus vertellen. Het gaat over een man die sterk gericht is op seks. Dat komt tot uiting in gedrag als in het openbaar zijn broek naar beneden trekken, schunnige taal uitslaan en meisjes betasten. Zover zit Frans er dus niet naast. De man uit de casus kan de verantwoordelijkheid voor zijn gedrag niet dragen, dat is onderzocht. Hij is wilsonbekwaam, althans op dit gebied, en heeft een mentor.
Frans Vosman: Ongeremd gedrag is handelen waarmee de cliënt anderen schaadt, en ook zichzelf. Het gedrag dat Ingrid beschrijft, is maatschappelijk niet geaccepteerd en de cliënt wordt daarop afgerekend. Denk aan een boze vader die hem achterna komt of de politie die op hem afgestuurd wordt, of dat hij niet meer welkom is in een bepaalde straat. Voor je het weet, heb je een stempel en zeggen ze: ‘We houden onze kinderen maar binnen, of onze jonge meiden.’
Frans: Dat raakt aan een typisch liberale vraag: Wie wordt er door zijn gedrag geschaad en schaadt hij ook zich zelf? Niemand, ook geen jongen met een verstandelijke beperking, mag rotzooien met andere mensen. En hij wordt er zelf ook niet vrolijk van als hij zichzelf beschadigt door zich een syfilis, Hepatitis C of HIV bij elkaar te seksen.
Ingrid: Hij heeft inderdaad onveilige seks. Dit kan leiden tot een geslachtsziekte, want hij gebruikt geen condoom. Ook kan het zijn dat hij een meisje bezwangert. Alle partijen worden hierdoor geschaad. Hij is ook niet ‘tegen te houden.’ Het is zo zeer deel van zijn problematiek, dat de enige mogelijkheid om te zorgen dat het niet meer gebeurt is, de jongen binnenhouden of alleen onder begeleiding van iemand naar buiten laten gaan. Dat is nu dan ook de praktijk.
Frans: Interessant dat er door de instelling een verantwoordelijkheidsvraag van wordt gemaakt. Typerend voor onze afreken cultuur. Maar de vraag wie verantwoordelijk is voor de ‘misdragingen’ lijkt me een hele smalle morele vraag. Je zult het toch ook moeten hebben over de ideeën die de zorgverleners hebben over seks bij de jongeren waar zij mee werken?
Karin: Je kunt kritisch zijn over de afrekencultuur, maar die heerst er nu eenmaal in Nederland, of je dat nu leuk vindt of niet. Bij een incident, zeker met een seksuele lading, wordt direct naar de schuldige gezocht. Er is weinig ruimte om risico’s te nemen.
Ingrid: Treurig om te merken dat we de vraag naar wat seks betekent voor jongens van deze leeftijd overslaan en meteen over schade en risico’s beginnen.
Frans: Daarom stel ik, vanuit de zorgethiek, de vraag wat het voor de jongen betekent om te seksen. Ik bedoel dus: voorafgaand aan oordelen en voorafgaand aan pathologische beschrijvingen. Wat is zijn lol en hoe hangt die in een groter net van betekenissen? Die kennis lijkt me een sleutel voor een goede problemen vraagstelling en voor een mogelijk antwoord.
Karin: Wat we dus nodig hebben, is een rijkere beschrijving van deze casus. Eigenlijk zit in de beschrijving van de casus het antwoord al ingebakken. De jongen gedraagt zich onacceptabel, de familie is onbetrouwbaar, de zorginstelling wil geen risico lopen dus mag hij niet meer naar huis. Maar we gaan dan voorbij aan zoveel details die kunnen verklaren waarom hij doet wat hij doet.
Ingrid: Natuurlijk moet je ingaan op de betekenis van het gedrag. Dat werk je zorgvuldig uit in het persoonlijk begeleidingsplan. Maar dat neemt niet weg dat de instelling hier voor een dilemma staat wat, zeker niet op korte termijn, wordt oplost met aandacht voor de persoonlijke betekenis van seks voor deze jongeman. Wat de kwestie ook meer behelst, voor de zorgaanbieder is het minstens ook een kwestie van risicomanagement.
0 reacties