Wanneer iemand het heeft over ‘ethische kwesties’ in de gezondheidszorg dan gaat het meestal over omstreden onderwerpen aan het begin en het einde van het leven: experimenten met stamcellen, abortus, euthanasie… Ethiek lijkt dan een terrein te zijn van bijzondere situaties en uitersten. Iets waar een doorsnee mens nooit mee te maken krijgt. Toch kun je je afvragen waar ethiek begint. Is het wel zo’n exotische wetenschap? En is het altijd iets van dilemma’s en vraagstukken waar je nooit helemaal uit lijkt te komen?
Wie de geschiedenis induikt, ontdekt dat ethiek oorspronkelijk te maken had met de vraag hoe je een gelukkig mens wordt. ‘Levenskunst’ zou je kunnen zeggen. Dat kon je volgens de oude Grieken leren. Door steeds het juiste midden te zoeken tussen twee uitersten. Iemand die dapper is, weet het juiste midden te vinden tussen te weinig dapperheid (lafheid) en te veel dapperheid (overmoed). Iemand die belangstellend is weet het juiste midden te treffen tussen te weinig belangstelling (ongeïnteresseerdheid) en te veel belangstelling (bemoeizucht). En zo kunnen we nog wel even doorgaan. ‘Deugden’ noemden de Grieken die kwaliteiten die je zo verwierf. Ze vormden de bouwstenen voor een gelukkig leven. En in feite doen ze dat nog steeds. Kijk maar eens naar je attitude als verpleegkundige. Ook daar is de juiste houding dikwijls een gulden middenweg tussen tekortschieten en overdrijven.
Een gelukkig leven kan nog groots klinken. Maar ethiek begint eigenlijk nog kleiner en meer dichtbij. Bij de wijze waarop we dagelijks met elkaar omgaan. De kleine ethiek voor de dagelijkse omgangsvormen wordt ook wel etiquette (‘ethiekje’) genoemd. Bij ‘etiquette’ denk je aan ‘hoe het officieel hoort’. Het lijkt een overblijfsel uit vroegere tijden dat te pas kan komen als de koningin op bezoek komt. Maar ja, hoe vaak komt de koningin op bezoek…
Toch drukken de officiële omgangsvormen – hoe stijf en ouderwets ze soms ook zijn – iets uit dat door en door ethisch is: respect en gevoel voor eer. De afstand die in etiquette zit, is bedoeld als eerbiedige ruimte. Omgangsvormen scheppen in zekere zin deze eerbiedige ruimte. Etiquette heeft met aandacht te maken, en aandacht – iemand zien staan – is de basis van iedere betrekking. Ook in de gezondheidszorg.
Het is trouwens grappig om te bedenken dat er nog steeds woorden zijn die herinneren aan die cultuur van eer en respect. Het woord ‘hoffelijk’ bijvoorbeeld drukt iets uit van beschaving. Het woord ‘royaal’ betekent letterlijk ‘koninklijk’. Omgangsvormen horen royaal te zijn, in de zin dat je een ander ruimte geeft. Dat kan heel alledaags op de snelweg, het fietspad of de bij de draaideur van het ziekenhuis. Het vormt de smeerolie van een prettige samenleving.
Betekent dat dan dat alles opeens ethiek is? In zeker opzicht wel. De Franse filosoof Paul Ricoeur spreekt over ethiek als ‘het goede leven, met en voor anderen, in rechtvaardige instituties’. Wie ethiek zo opvat vindt het terug in de kleine alledaagse dingen – hoe kom je de kamer van een patiënt binnen, maak je contact of doe je alleen je ding? – die dikwijls vanzelfsprekend zijn. Maar je kunt ook vanuit de ethiek kijken naar die rechtvaardige instituties waarbinnen we leven. Zijn ziekenhuizen en verpleeghuizen dan wel zo rechtvaardig in de wijze waarop tijd, geld, ruimte en goederen verdeeld zijn? Is er in de efficiënte, hygiënische en veilige wijze waarop de zorg georganiseerd is ook oog voor wat patiënten – en zorgverleners! – nodig hebben aan erkenning, contact, respect?
Het zijn ethische kwesties. Waarden als efficiëntie en hygiëne zijn van belang. Maar waarden als rechtvaardigheid, aandacht en respect evenzeer. Waar beide typen waarden conflicteren zou je van ethische dilemma’s kunnen spreken. En die zijn er niet weinig in de zorg.
Gaat ethiek dan uiteindelijk toch over dilemma’s? En zijn we dan weer terug bij de stamcellen en de euthanasie? Misschien zou je kunnen zeggen dat dilemma’s de situaties zijn waarin de ethiek om onze aandacht schreeuwt. Door dilemma’s moet je wel aan ethiek gaan doen omdat je vastloopt en er anders niet uitkomt. Maar ethiek begint al veel eerder. Voordat er dilemma’s zijn is er al ‘het goede leven met en voor anderen’ en de kleine ethiek van alledag. Ethiek is er altijd, soms schreeuwend, soms fluisterend. Ethische gevoeligheid is een kwestie van luisteren.
Bron: BijZijn XL nr. 08 – 2012, pag 17.
0 reacties