Er was een Bekende Nederlander doodgegaan omdat hij zelf zijn leven had beëindigd. Dat ging niet ongemerkt aan mijn patiënten voorbij, opvallend vaak werd er kort iets over gezegd. Men was verbaasd of geschokt en vond het triest of tragisch. Dezelfde reacties die ook in de media naar voren kwamen. De zelfverkozen dood roept kennelijk iets op, zo ook bij mijzelf. Dit keer had ik echter geen zin in meehuilen, het ach en wee stoorde mij behoorlijk. Hoezo: “hij was een heel aardige jongen”? Alsof zij die op minder sympathie kunnen rekenen meer recht hebben op de dood?
Maar voornamelijk was ik boos. Boos omdat ik hem helemaal niet aardig maar egoïstisch en agressief vond. Hij kneep er tussenuit en liet kinderen, geliefden en vrienden achter met verdriet en vragen. Natuurlijk, de pijn bij hen zal slijten maar blijvend littekens achterlaten met hier en daar een stinkende wond. Ik was boos omdat hij verantwoordelijk was voor de ontstane situatie zonder dat hij daar de consequenties van hoefde te ervaren. En ik was boos omdat hij kennelijk wel de energie had om zichzelf te doden (weet u wel hoe moeilijk dat is?) maar te lamlendig om een oplossing voor zijn lijden te zoeken.
Enkele dagen later las ik beschaamd een reactie van een hoogleraar psychiatrie, ik had de depressie toch nog niet goed begrepen. De hoogleraar schilderde een beeld van een depressie als een ziekte waarbij de zorg voor een ander juist is geminimaliseerd als gevolg van de depressie. De patiënt zit gevangen in grauwheid en negativiteit en alles om hem heen doet er niet meer toe. Schuldgevoelens daarover verergeren de depressie en tot slot is de eigen pijn is soms zo onverdraaglijk dat de dood een logisch gevolg lijkt. Hij denkt geen keuze te hebben.
Dank je wel psychiater. Ik begreep weer wat een depressie was en ik begreep waarom ik boos was: soms denken mensen dat ze geen keuze meer hebben en daar kan ik heel slecht tegen.
0 reacties