2 – 3 minuten

0 reacties

Ik ben een gemiddelde huisarts maar er klopt iets niet. Ik heb al zeventien jaar niet meer gereanimeerd. Nu komt een reanimatie in de huisartspraktijk niet zo vaak voor maar elke huisarts heeft er eens in de paar jaar wel mee te maken. Tenminste, dat beluister ik bij mijn  collega’s, precieze cijfers zijn mij niet bekend. Maar stel dat het eens in de vijf jaar zou voorkomen, in het uiterste geval eens in de tien jaar. Dan nog zit ik met mijn eens in de  zeventien jaar wel heel erg aan de lage kant.

Het is bekend van statistiek dat hoe meer iets afwijkt van het gemiddelde dit geen toeval meer kan zijn. Optimistisch zou je daarom kunnen concluderen dat ik bijzondere gaven heb. Als u bij mij in de praktijk bent ingeschreven of als ik dienst heb kunt u rustig gaan slapen, een hartstilstand zal door mijn aanwezigheid uitblijven. Dat hebben die zeventien jaren wel aangetoond. Maar wat zou die gave dan kunnen zijn, waarom zou ik invloed hebben op een
mogelijk fataal hartinfarct?

De pessimisten zouden dan ook kunnen concluderen dat de kans juist heel erg groot is dat ik binnenkort iemand moet reanimeren. Vergelijk het met de gemiddelde leeftijdsverwachting van rond de 80 jaar. Naarmate je ouder wordt dan 80 is de kans om dood te gaan telkens groter. Hoe langer ik niet reanimeer hoe groter de kans dat ik binnenkort moet reanimeren. Patiënten die in mijn praktijk zijn ingeschreven kunnen helemaal niet rustig gaan slapen! En als ik dienst heb hoedt u dan!

Voor de volledigheid: een paar maanden voordat ik zeventien jaar geleden de  huisartsopleiding afrondde heb ik in een dienst twee mensen gereanimeerd op één dag. Zeer uitzonderlijk voor een huisarts, ik zat onmiddellijk fors boven het gemiddelde. Zou dat verklaren waarom ik nu ónder het gemiddelde zit? Zou er iemand zijn die mijn statistieken bijhoudt?

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *