4 – 5 minuten

0 reacties

Sinds 15 augustus j.l. wordt de vakgroep zorgethiek versterkt door een nieuwe bijzonder hoogleraar, mw Prof. dr. Anne Goossensen. Voor de helft van de week is zij lector verslavingszorg bij Hogeschool Inholland in Den Haag en daarnaast heeft zij een kleine aanstelling bij de Stichting Presentie. Wie is Anne en wat gaat zij de zorgethiek brengen?

Hoe kwam je bij de vakgroep zorgethiek terecht?

Andries Baart heeft mij gevraagd. Het was een wat druilerige ochtend waarop ik zoals gewoonlijk in een heel stil en grijs kamertje op de Erasmus Universiteit zat te werken. Toen ging de deur open en kwam Andries binnen, die na een kort praatje de vraag stelde of ik interesse had om met hem te komen werken aan de UvT en bij de Stichting Presentie. Ik viel zo wat van mijn stoel, had het helemaal niet aan zien komen. Vond het geweldig. Natuurlijk was er van alles aan vooraf gegaan. Zo heb ik vanuit het lectoraat verslavingszorg sterk ingezet op de presentietheorie. We volgden scholing en hadden innovatieprojecten op gang gebracht. Maar deze vraag was een complete verrassing, erg leuk.

Wat inspireert jou in je werk?

Hoewel ik ooit wel andere kanten op heb gewild, beroepsmatig, zijn er twee elementen die steeds terugkomen in mijn werk. De omgang met wat anderen ’moeilijke’ doelgroepen noemen plus intellectueel lezen en schrijven. Voorbeelden van zulke moeilijke doelgroepen zijn gemarginaliseerde verslaafden zonder hulpbehoefte of mensen met het syndroom van Korsakov, die de rest van hun leven in een verpleeghuis doorbrengen.

Het lezen en schrijven koppel ik vooral graag aan onderzoek doen en vernieuwingen bewerkstelligen. Mijn promotieonderzoek herbergt ook de twee elementen: ik ging de straat op om opiaatverslaafden zonder hulp te volgen en interviewen, waarover ik 14 artikelen schreef. De volksgezondheidsprijs was het gevolg.

Inspiratie vind ik in het mogen bijdragen aan innovatie. Momenteel gaat dat over het zichtbaar maken van een subtiele dimensie in de (beroepsmatige) omgang met kwetsbare en gekwetste mensen. Die subtiele dimensie waarin compassie en aansluiten bij de ander een belangrijke rol spelen, maakt heel veel verschil voor of iemand zich gezien voelt. En maakt veel uit bij het vinden van een juiste reactie en eventueel hulpaanbod. De presentietheorie is een stevige wind mee om innovatie op dit vlak te bevorderen.

Wat heb je met zorgethiek?

Het is de presentietheorie die me in een zorgethische vakgroep heeft laten landen. Ik ben nu ongeveer een jaar aan het verkennen wat de raakvlakken zijn en dat bevalt goed. Ook de spiritueel getinte inzichten inspireren me. Ik zou willen proberen een sterkere verbinding te maken van zorgethische inzichten met het wetenschappelijke domein ‘kwaliteit van zorg’ en het daar uit voortvloeiend kwaliteitsbeleid. Inclusief de ‘mainstream’ verbeterslagen in de vorm van quality collaboratives (bijv. Sneller Beter) en het denken over indicatoren. Een prachtige kans daartoe is het grote internationale kwaliteitscongres (Quality & Safety in Health Care) dat volgend jaar april in Nederland plaatsvindt. Abstracts kunnen worden ingediend tot en met 24 september 2010.

Waaruit gaat je werk in Tilburg bestaan?

Het ontlasten van Andries Baart is een belangrijke lijn, dat betekent onderwijs van hem overnemen en proberen internationale publicaties te maken van presentie activiteiten. Lezingen overnemen, niet te vergeten. Mijn sterke kant is het opzetten van innovatie experimenten, zoals we vanuit het lectoraat verslavingszorg volop met presentie doen. Daar wetenschappelijk over publiceren. Maar ook het ontwikkelen, testen en valideren van meetinstrumenten op het gebied van menslievende zorg.

Nieuw is ook het begeleiden van promovendi. Er zijn nu twee promotiestudies gaande, die ik begeleid. In de eerste onderzoekt een docent van Inholland presentie in de laagdrempelige voorzieningen voor verslaafden en daklozen. Hier is een werkplaats aan gekoppeld met scholingsexperimenten bij vijf voorzieningen. In het tweede project gaat het om wilsonbekwaamheid en rechterlijke machtigingen bij mensen met het Syndroom van Korsakov. Hier is de promovenda ook een docent van Inholland.

Meer informatie in dit persbericht van de UvT.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *