6 – 8 minuten

0 reacties

Met welke thema’s zijn jonge onderzoekers bezig? Wat zijn de nieuwe trends binnen de feministische theologie? Deel 4: Zorgethiek.

Vier Tilburgse onderzoekers zetten hun terreinen uiteen. Bij de Tilburgse leerstoelgroep Zorgethiek staat het onderzoek in het teken van de zorgethiek. Zorgethiek is een politiek-ethische stroming die is ontstaan vanuit psychologisch onderzoek naar de morele ontwikkeling van kinderen, waaruit bleek dat er verschillende perspectieven zijn op het moreel goede. Naast de heersende liberale denkwijze wil zorgethiek ruimte maken voor een relationele benadering. Niet de mens als individu wordt centraal gesteld, maar de mens als verbonden met en afhankelijk van anderen. Zorg wordt daarbij opgevat als de structuur van een samenleving: mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar. Dat is de kern van zorgethiek, als een fundamentele ethiek.

Zorgethiek functioneert daarnaast als toegepaste ethiek, bijvoorbeeld als ethiek van de gezondheidszorg. Zorgethiek is om twee redenen een gemarginaliseerd denken. Ten eerste is het ontwikkeld door feministen, die binnen het feminisme kritisch werden (en worden) bekeken, omdat feministische analyses hebben aangetoond dat de associatie van vrouwen met zorgen historisch gezien negatief heeft gewerkt voor ontwikkelingsmogelijkheden van vrouwen. Een nieuwe feministische aandacht voor zorg is daarom bij voorbaat voor velen verdacht. Ten tweede opereert de zorgethiek ethisch gezien in de marge, omdat zorg binnen de grote ethische stromingen nauwelijks gethematiseerd is. De Tilburgse promovendi staan met hun onderzoek op de schouders van de zorgethische ‘oermoeders’ Carol Gilligan, Nel Noddings, en Joan Tronto, en in Nederland met name Annelies van Heijst. Daarnaast is de presentietheorie van Andries Baart in drie van de vier onderzoeken een belangrijke pijler.

Keuzevrijheid
Het vrouwelijke perspectief speelt in de promotieonderzoeken op wisselende manieren een rol. Enerzijds ondersteunen alle onderzoekers het zorgethische pleidooi voor empowerment van zorgverleners en een opwaardering van de positie van mensen die van zorg afhankelijk zijn. Professionele zorgverleners hebben te weinig te zeggen over de uitvoering van hun zorg en zijn op allerlei manieren gebonden aan voorschriften en controles, die hen wegdrijven van het hart van de zorg. Ook mensen die afhankelijk zijn van zorg hebben vaak te weinig inspraak. Ondanks alle bedoelingen om als ‘zorgconsument’ zelf te kunnen kiezen, zijn zij afhankelijk van de beschikbare mensen en middelen. Hun rechten staan, met de komende bezuinigingen, opnieuw onder druk. Anderzijds zien de onderzoekers ook dat de zorg een door vrouwen gedomineerde sector is.

Vrouwen zijn in de hoger opgeleide posities in de meerderheid en specialiseren zich in toenemende mate. Zij werken op die manier aan een verbetering van hun positie en ‘rukken op in de zorg’, echter met uitzondering van de bestuurskaders. Evenals het vrouwenperspectief komt ook het christelijke perspectief niet in alle onderzoeken uitdrukkelijk aan bod. De zorgsector is niet alleen in hoge mate geseculariseerd, het is ook om andere redenen niet meer vanzelfsprekend om naar zorg te kijken vanuit een inhoudelijke en overkoepelende visie op zorg. Omdat mensen zich specialiseren op een steeds kleiner onderdeel van de zorg, omdat zorg tegelijkertijd iets is dat zich moet begeven op de ‘markt’ van preferentie en behoefte, en omdat religie niet meer een gezaghebbende institutie is, vraagt onderzoek naar zorg een brede insteek. Dit weerspiegelt zich in de onderzoeken van de Tilburgse zorgethiek-promovendi.

Opoffering
Inge van Nistelrooij verricht een literatuurstudie naar opoffering en zorg. Opoffering is een in vele opzichten lastige en besmette term. Zo heeft het in ideologische zin gewerkt om vrouwen en andere sociale groepen te belasten met de ‘mooie taak’ om zich op te offeren. Feministische onderzoeksters hebben terecht geanalyseerd hoe schadelijk dit in persoonlijk, psychologisch, religieus en politiek opzicht is geweest voor vrouwen. Tegelijkertijd vormt opoffering een kwestie binnen het denken over zorgen. Geen zorgethicus ontkomt aan de vraag hoe de balans te vinden is tussen zorgen voor de ander en zorgen voor jezelf.

Vanuit de overtuiging dat mensen zichzelf soms verregaand opofferen in de zorg en vanuit de intuïtie dat dit niet louter slecht of verwerpelijk is, onderzoekt Van Nistelrooy de stelling dat zelfopoffering uiteindelijk iets zegt over de essentie van zorgen. Wordt in bepaalde gestalten van zelfopoffering niet juist die essentie waargemaakt? Van Nistelrooy was eerder werkzaam als trainer en adviseur ethiek bij Reliëf en publiceerde over zorgethiek onder andere het Basisboek Zorgethiek en Zorgen doe je samen.

Geestelijk verzorgers
Marlies van der Zande-Jansen doet onderzoek naar de praktijken van geestelijk verzorgers in algemene ziekenhuizen als vindplaats voor ethiek. Geestelijk verzorgers in ziekenhuizen bevinden zich in een dynamische omgeving en de positionering en het imago van het beroep staan onder druk. Zij hebben te maken met individualisering en de afname van de participatie in georganiseerde levensbeschouwelijke verbanden en dienen zich continu te verhouden tot het pluralisme aan opvattingen in de instelling. In hun gevarieerde praktijken vinden zij nieuwe ethiek uit, waarbij de eigen ervaringen, opgebouwd gedurende langlopende praktijken, bijdragen aan de herkenning van wat er eigenlijk speelt aan de expliciete en impliciete morele vragen onder zorgontvangers, maar ook binnen de context van de zorginstelling.

Door middel van kwalitatief-empirisch onderzoek (o.a. participerende observatie en interviews) beschrijft, verkent en analyseert Van der Zande-Jansen de praktijken van ervaren geestelijk verzorgers met een christelijke achtergrond. Vanuit deze werkpraktijken, legt zij verbanden met theorieën uit de zorgethiek, presentietheorie en moraaltheologie om zo inzicht te krijgen in de (stilzwijgende) morele ervaring, oftewel praktische wijsheid, van de geestelijk verzorgers. Van der Zande- Jansen was eerder werkzaam als geestelijk verzorger in verschillende zorginstellingen.

Aandacht
Het onderzoek van Klaartje Klaver gaat over aandacht in de gezondheidszorg. Voortbouwend op zorgethische theorieën die stellen dat aandacht en zorg intern verbonden zijn, onderzoekt Klaver hoe aandacht gestalte krijgt in de dagelijkse zorgpraktijk. De presentietheorie, ontwikkeld door Andries Baart, laat zien dat aandacht mensen goed kan doen, maar aandacht staat in de huidige gezondheidszorg ook steeds meer onder druk. Door het doen van kwalitatief empirisch onderzoek in een ziekenhuis, probeert Klaver inzicht te krijgen in de onderdelen en aspecten van aandachtige zorg: waarin bestaat dat in de ervaring van verpleegkundigen, artsen en patiënten? En op welke manieren wordt de verbinding van zorg en aandacht beïnvloed door tal van structurele, culturele en persoonlijke factoren? Klaver studeerde (medische) antropologie en pedagogische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.

Dementie
Madeleine Timmermann is recentelijk gepromoveerd op onderzoek naar goede verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Vanuit de zorgethiek en presentietheorie is gekeken naar de alledaagse zorg voor dementerenden met behulp van video-opnamen, afkomstig van een bestaande verbetermethode in de ouderenzorg, Video Interactie Begeleiding. De beelden laten oudere mensen zien die verbaal en non-verbaal hun ongenoegens proberen duidelijk te maken, samengevat in de jammerkreten ‘au’, ‘kou’ en ‘help’. Vanuit de presentie wordt het lijden gethematiseerd en de vraag gesteld of deze jammerende mens serieus (genoeg) genomen wordt. Het vraagt om het openwrikken en het systematisch bevragen van vanzelfsprekendheden in de zorgroutine.

Als hulpmiddel is een jammer- en responslijst samengesteld die gericht is op relationele afstemming tijdens de dagelijkse zorghandelingen. Het onderzoek is uitgegeven bij Lemma onder de titel “Relationele afstemming. Presentieverrijkte verpleeghuiszorg voor mensen met dementie”. Madeleine Timmermann werkt momenteel als freelancer (trainer, docent, spreker) op het gebied van zorg, zorgethiek, presentie en dementie.

Dit artikel verscheen eerder in tijdschrift FIER 4-2010

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *