6 – 8 minuten

0 reacties

Nicolette Bosselaar en Leo van Oudheusden gaan in gesprek over de ontwikkeling van dominica, woonhuisautomatisering en de rol hiervan – zorg op afstand – bij het langer thuiswonen van ouderen.

Nicolette Bosselaar

Nicolette Bosselaar

Domotica ofwel woonhuisautomatisering, is voortdurend in ontwikkeling. In het begin bestond de eerste vorm van woonhuisautomatisering in de zorg vooral uit woninggebonden technologie zoals bijvoorbeeld actieve personenalarmering of een elektrisch slot. Tegenwoordig liggen de ontwikkelingen vooral op het gebied van moderne informatie en computertechnologie en zijn ze bovendien persoonsgebonden. Beeld- en geluidsverbindingen en monitoring op afstand zijn nieuwe ontwikkelingen, evenals sensoren die een (alarm-) signaal geven en te bedienen zijn door video-bewaking op afstand. Het uitgangspunt is om pas gebruik te maken van deze zorg wanneer de zorgvrager uitleg heeft gekregen en toestemming heeft gegeven. Er is een aantal praktische problemen op dit gebied. Zo moet de technologie op de gebruikers kunnen worden afgestemd. Daarnaast zijn de kosten van domotica nogal hoog. Een belangrijke vraag is of de toepassing ervan leidt tot een beter leven en of het voor iedere mens een verbetering van de kwaliteit van leven inhoudt.

Zorg op afstand kan voor elk mens afzonderlijk een heel andere betekenis hebben. Als iemand gehecht is aan zijn eigen zelfstandigheid en een onafhankelijk bestaan wil leiden, is zorg op afstand een geweldige manier om leefomstandigheden te verbeteren. Mogelijkheden om met hulpverleners op afstand contact te hebben kan een oplossing zijn om je leven zelfstandig vorm te geven. Een juridisch medewerkster met een chronische ziekte drukt het zo uit: “Dankzij technische hulpmiddelen houd ik energie over om in het dagelijkse leven vanuit mijn eigen kracht geïnspireerd te willen leven en stimulerende vriendschappen te onderhouden.” Met een beetje hulp kan iemand dan toch zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Autonomie en kwaliteit van leven zijn hierin belangrijke waarden. Zelfzorg houdt onder andere in dat iemand zelf klachten herkent en maatregelen kan nemen om hier mee om te gaan. Meestal gaat hier een uitgebreid voorlichtingsprogramma en gezondheidseducatie aan vooraf.

Kunnen zorgen voor jezelf wordt gezien als een belangrijk doel van zorg op afstand. Met het aanbieden van kennis en deskundigheid kan iemand zijn eigen oplossingen bedenken en toepassen. Er is dus sprake van zorg op maat. Ook hier geldt dat de mogelijkheid om een zelfstandig leven te kunnen leiden voorop staat. Daarnaast wordt ook de sociale redzaamheid groter met zorg op afstand. Een uitgebreid netwerk is mogelijk door de verschillende vormen van geluid- en beeldverbindingen en intensieve contacten kunnen worden onderhouden met mantelzorgers, familie en bekenden. Zo houdt een reumapatiënt contact met zijn kleinkinderen dankzij chatten, sms-en en mobiel bellen: “als mensenmens maak ik dus optimaal gebruik van de communicatietechnieken.”

Voor chronisch zieken is er telezorg, waarmee de zieke dagelijks gevolgd kan worden. Het is een manier om bij verslechtering van het ziektebeeld te kunnen optreden en ziekenhuisopname te voorkomen. Zodra de zorgvraag ingewikkelder wordt blijken mensen een grotere behoefte te hebben aan veiligheid en contact. Zorg op afstand kan dan een belangrijke aanvulling op gewone zorg zijn en bijdragen aan gezondheid en veiligheid. Het voorkomen van of verminderen van gevaar voor dementerenden kan een reden zijn voor het gebruik van domotica. Het betekent een groot goed voor mensen wanneer hen, naast veiligheid, meer bewegingsvrijheid kan worden geboden. Domotica biedt in een tijd van vergrijzing, personeelsproblemen en bezuinigingen, nieuwe mogelijkheden om werkdruk in zorginstellingen te verminderen, veiligheid en bewaking te verhogen en kan een redelijk autonoom bestaan en een zekere mate van kwaliteit van leven garanderen.

Leo van Oudheusden

Leo van Oudheusden

Domotica kan een goede ondersteuning zijn voor zorgbehoevenden die thuis willen blijven wonen. Als aanvulling op persoonlijke zorg kan deze “zorg op afstand” ertoe bijdragen dat meer mensen thuis geholpen kunnen worden. De vraag is echter waar het uitgangspunt voor het gebruik van domotica zou moeten liggen. Mijns inziens kan het uitgangspunt niet zijn dat het gaat om vermindering werkdruk, zoals Nicolette aan het einde van haar bijdrage schrijft.

Ook is het nog maar de vraag of domotica een autonoom bestaan en een mate van kwaliteit van leven kan garanderen. Dit laatste, namelijk autonomie en kwaliteit van leven is op zich al een discussie die even interessant als ingewikkeld is.

Maar goed, blijkbaar is het op een of andere manier nodig dat de zorg en de installatiewereld steeds dichter bij elkaar komen. Daar zie ik dan wel een probleem opduiken. Kort gezegd kan gesteld worden dat de zorg gedomineerd wordt door vrouwen, terwijl dat in de techniek andersom is. Allerlei technische snufjes – al dan niet met het oog op domotica – zou je kunnen karakteriseren als “toys for boys.” De vraag daarbij is of en zo ja in hoeverre bedenkers en ontwikkelaars van een bepaald product een juist beeld hebben van de groep waarvoor hun product bestemd is. En ook: spreken technici wel de taal van de zorg? En als dat niet zo is en je als technicus ook geen idee hebt van de cultuur van de zorg, gaat er dan aan het begin van het proces niet al iets fundamenteel mis?

Het zal toch de inhoud van de zorg moeten zijn die prevaleert; een inhoud die een bepaalde waarde in zich heeft en die we vanuit de zorgethiek zouden kunnen benoemen met begrippen als menswaardigheid, medemenselijk, menslievend. Intermenselijke relaties spelen daarbij een belangrijke rol en juist op dat punt vrees ik een verschraling. Een zorgverlener die bij mij als zorgbehoevende op bezoek komt is iets totaal anders dan een stem uit een luidspreker, een gezicht op een beeldscherm of wat dan ook. Twee heel verschillende werelden. De eerste vraag is mijns inziens dan ook: Wat is zorgen eigenlijk?

Praktisch zie ik ook nog wel wat problemen opduiken. Nicolette noemt in haar bijdrage mensen die lijden aan dementie als voorbeeld. Bekend is dat bij dementerenden een gevoel van falen, “het niet weten” zich kan uiten in boosheid en agressief gedrag. Wanneer ik dan denk aan bijvoorbeeld systemen van automatische zonwering of verlichting die automatisch aangaat, vraag ik me af hoe een dementerende daar op reageert. Bij mij komen dan woorden op als schrikreactie en onrust die weer kunnen leiden tot agressief gedrag. Er zijn voorbeelden bekend van automatische regeling van het binnenklimaat, terwijl dementerenden over het algemeen niet de koppeling kunnen maken tussen hun eigen gevoel van comfort en de omgevingstemperatuur. Het is niet zo moeilijk om hierbij mogelijke reacties te bedenken.

En dan heb ik het nog niet gehad over de privacy. Hoe ver mogen we erin gaan om mensen thuis op afstand te monitoren, te bekijken, te bewaken? En wie garandeert mij dat er aan de andere kant van de monitor niet stiekem iemand anders meekijkt? Dus toch weer: Wat is zorgen eigenlijk? Of beter misschien: kan zorg op afstand een bijdrage leveren aan menslievende zorg? Ik ben nog niet overtuigd door Nicolette. Het gesprek zal voortgezet moeten worden!

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *