3 – 4 minuten

2 reacties

Verleden

Ik zie mij nog zitten, middenin de woonkamer van een unit voor patiënten met persoonlijkheidsstoornissen. Ik werkte er nog maar kort en deed heel veel indrukken op. En nu zat ik daar met een pasgeboren baby op schoot. Omringd door de vader, moeder, patiënten en collega’s. Het kereltje had ravenzwarte haartjes en was net zo schattig en afhankelijk als ieder ander baby’tje. Felicitaties werden overgebracht. Ik weet nog dat ik mij heel ‘dubbel’ voelde. Natuurlijk was ik blij voor de ouders. Maar de vader had tbs en nog wel een weg te gaan in de behandeling. Waarom niet wachten met een kindje en alle verantwoordelijkheden die daarbij horen tot je vrij bent? En de moeder, tja de moeder, ik vroeg mij af of ze enig idee had met wie ze nu eigenlijk echt in zee was gegaan.

We hadden geld ingezameld en namens medepatiënten en ‘het team’ mocht ik cadeautjes kopen. Ik weet niet alles meer, maar herinner mij een kruippakje met allemaal smurfjes erop. Het kleintje kreeg het al aan en zag er zo mogelijk nog schattiger uit. Ik kon niet anders denken dan: ‘Ach kleintje, ik wens je 100 beschermengeltjes toe.’

Heden

We zijn op de wandelplaats aan het filmen om trainingsmateriaal te maken. Ik ben in beeld en vertel een verhaal. Terwijl ik daar sta hoor ik geschreeuw uit een raam komen: ‘Geloof er niets van! Ze maken er een veel mooier verhaal van dan het echt is. Trap er niet in!’ Een beetje verward kijk ik om mij heen om te lokaliseren waar het geluid vandaan komt. De collega’s die bij mij zijn zeggen: ‘Weet je wie dat is?’ Dat is George junior[1]. De zoon van George X[2]. En laat ik George X nu eens goed kennen.

Het baby’tje in het smurfenpakje, het baby’tje dat ik in mijn armen hield is geen baby’tje meer. Het is een jonge man die nu hier, in ‘onze tbs-kliniek’, uit het raam naar mij staat te schreeuwen. Ik ben even totaal van de leg. Ontgoocheling grijpt mij bij de keel. Tbs van vader op zoon. In dossiers krijg ik het wel vaker onder ogen. Maar nu komt het wel heel erg dichtbij.

Waar doen we het voor? Waar werken we aan? Kunnen we de keten doorbreken?

Toekomst

Ervaringen in de jeugd met geweld leiden gemiddeld vaker tot daderschap (en ook slachtofferschap). Het ‘geweld-stokje’ wordt dan van generatie op generatie overgegeven. Hoe het komt? Doordat kinderen het gedrag van hun ouders kopiëren? Of misschien dat een goede hechting niet gelukt is en dat daardoor problemen zijn ontstaan? Of het kind is getraumatiseerd geraakt en daardoor gemankeerd in het handelen? Of…..?

Ik weet het niet. In ieder geval valt de appel niet ver van de stam.

Ik laat de ontgoocheling los. De geschiedenis van geweld kan zich herhalen, maar ik geloof er ook zeker in dat die doorbroken kan worden. Moedeloosheid mag gevoeld worden om daarna weer aan de slag te gaan.

George senior en George junior hebben beide tbs na geweldsdelicten.

Ik vraag om 100 beschermengeltjes en heel veel forensische deskundigheid om het hier te laten stoppen!

Swanny Kremer


[1] Gefingeerde naam

[2] Tevens een gefingeerde naam.

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Intergenerationele therapie, maken van genogrammen, doen van familie opstellingen helpt bewustwording. Invisible loyalties van Nagy, De context en de ander in het spoor van Levinas zijn boeken die een andere kijk geven op de herhaling. Ouders nemen kinderen vanuit hoop de onzichtbare loyaliteiten zichtbaar maken geeft een stukje zelfvertrouwen terug, loyaliteit is op de balans van geven en nemen iets wat iemand geeft. Liefs Wilma

Cees van Staveren

Dag Swannie,
heb ooit eens meegemaakt dat in een Gevangenis grootvader, zoon en kleinzoon tegelijk gedetineerd zaten. Om het ze niet al te gezellig te maken en om te voorkomen dat ze al te snode plannen zouden smeden hebben we ze overgeplaatst naar verschillende gevangenissen in de omgeving, zodat de reiskosten voor die familieleden die buiten de gevangenis zaten niet al te hoog zouden oplopen!
gr., Cees