De felicitaties zijn binnen en het feestje is gevierd. Je hebt de Master Zorgethiek en Beleid succesvol afgerond. Maar dan? Erika Dubbeldam vertelt in de serie Leven na de ZeB hoe het verder ging nadat het masterdiploma was ingelijst.
Ik ben Erika Dubbeldam, getrouwd en trotse moeder van twee mooie dames (17 en 20 jaar). Na het VWO heb ik de A-opleiding voor verpleegkundige gedaan. Daarna volgde al snel de Intensive Care- en de Cardio Care Unit-opleidingen. En tot op heden ben ik werkzaam als (IC-)verpleegkundige. Daarnaast verzorg ik ethieklessen aan gespecialiseerde verpleegkundigen in opleiding en neem ik deel in de commissies ethiek van de IC en het ziekenhuis. Ik heb de master Zorgethiek en Beleid in 2020 afgerond.
Door mijn werk op de IC kreeg ik steeds meer de behoefte om grip te krijgen op de ethische vraagstukken die ik tegenkwam. De opleiding Ethiek in de zorgsector prikkelde mij om verder te denken over ethische kwesties: waarom doen wij de dingen zoals we ze doen? Wat betekent goede zorg geven? Hoe staan wij daarin als zorgprofessionals? Ook na de opleiding bleef ik nieuwsgierig naar de inhoud van deze vragen en daarom heb ik mij, na enkele jaren wikken en wegen, aangemeld voor een proefcollege van de master Zorgethiek en Beleid (ZeB). Daar werd ik enorm enthousiast van en ik besefte dat dit de studie was die mij verder kon helpen in mijn zoektocht.
Ik heb een kwalitatief onderzoek gedaan naar familieparticipatie op de IC. De IC is een imponerende en hoogtechnologische afdeling in het ziekenhuis, waar je als patiënt (en familie) eigenlijk niet wil zijn, omdat de uitkomst vaak onzeker is. Patiënten en hun naasten zijn in de loop van de jaren steeds zorgbehoeftiger geworden. Dat bracht bij mij de vraag naar boven hoe wij als zorgprofessionals, de IC toegankelijker zouden kunnen maken voor de naasten van onze patiënten. Zodat deze naasten dichterbij kunnen treden en meer betrokken kunnen zijn in de zorg voor hun dierbaren. En dat op een manier, zodat de zorg voor de naasten zelf ook bevorderd wordt.
Deze studie heeft me laten zien dat er veel factoren mee kunnen spelen in de dagelijkse zorgpraktijk. Factoren die we wel ‘zien’, maar waarvan we ons niet (altijd) realiseren wat voor invloed ze op ons werk hebben. Met name hoe de concepten van relationaliteit, technologie, materialiteit en lichamelijkheid doorwerken in de (IC-)zorg, blijf ik interessant vinden om te onderzoeken. Omdat er tijdens de studie, naast de ziekenhuiswereld, ook heel veel andere zorgdomeinen langskomen, ontwikkelde ik een brede basis om te kijken naar wat het moreel goede zou kunnen zijn in alle praktijken waar iemand zorgt.
Deze studie heeft me geleerd om vanuit andere invalshoeken te kijken naar de zorg die we als zorgprofessionals en ziekenhuis kunnen leveren. Met deze achtergrond, kan ik als zorgethicus andere percepties naar boven brengen in de commissies waarin ik participeer. In de inhoud van mijn lessen ethiek neem ik nu de zorgethiek mee, als een waardevolle factor voor de morele ontwikkeling van verpleegkundigen. Als zorgethicus ben ik in het ziekenhuis een project opgestart, samen met de commissie ethiek en de geestelijke verzorging, om de (zorg)ethiek een prominentere plaats te geven binnen de dagelijkse zorgpraktijk. De Covidjaren brachten ons morele vraagstukken ten aanzien van triage, bezoek, vaccinatie en keuzes in de zorg die vroegen om herbezinning, reflectie en aanbevelingen. Daarom worden nu verpleegkundigen van verpleegafdelingen, als aandachtsvelders ethiek, getraind en ondersteund om de gevoeligheid ten aanzien van ethische kwesties te vergroten. Dit zodat ze de ethische problematiek van hun eigen afdeling bespreekbaar kunnen maken, onder andere met behulp van een gestructureerde methode zoals het Moreel Beraad.
1 reactie
Heini van Baaren
Wat een herkenbaar en goed stuk van Erika om zo ethiek meer te verankeren in de ZH wereld.
Daar is zoveel behoefte aan en ik durf te zeggen dat daardoor verpleegkundigen behouden blijven en niet weggaan, zij willen gehoord en gezien worden in hun morele dilemma’s.