6 – 8 minuten

1 reacties

Wie ben je?

Ik ben Eveline Kiela, 27 jaar, en ik woon in Den Haag. De afgelopen zes jaar heb ik als verpleegkundige op verschillende plekken in de zorg gewerkt. Het viel me op dat de mogelijkheden om zorg te organiseren niet altijd overeenkwamen met de wensen van patiënten en zorgverleners. In een zoektocht naar handvatten om hier constructief op te kunnen reflecteren, kwam de master Zorgethiek & Beleid op mijn pad. Dit heeft mijn denken zo verruimd! Naast nadenken over zorg en samenleving, ben ik graag in de natuur. Gelukkig woon ik in een stad aan het strand!

Wat is het onderwerp van je thesis en hoe kwam je tot deze keuze?

Mijn thesis gaat over zwangere vrouwen in kwetsbare omstandigheden, en dan specifiek de manier waarop zij in beleid beschreven worden. In mijn zoektocht naar een thesisonderwerp stuitte ik op veel stukken die over deze groep vrouwen, vaak ‘kwetsbare zwangeren’ genoemd, gaan. Iets in deze benaming triggerde mij, en dus zocht ik verder. Ik las in onderzoeken dat deze zwangere vrouwen en hun ongeboren baby’s meer kans hebben om te overlijden of ziek te worden dan zwangere vrouwen die niet in de groep ‘kwetsbare zwangeren’ vallen. Om de problematiek van kwetsbare zwangere vrouwen te verminderen, en daarmee ‘perinatale ongelijkheid’ [ongelijkheid rondom de geboorte, red.] terug te dringen, wordt er steeds meer beleid ontwikkeld. Tegelijkertijd blijkt dat beleid dat gericht is op het verminderen van ongelijkheid, vaak over het individu en leefstijl gaat. Dit terwijl de echte oorzaken breder zijn. Daarnaast zag ik in mijn werk als verpleegkundige dat het leven van veronderstelde kwetsbare patiënten weerbarstiger is dan theorie en beleid doen vermoeden. Ik wilde deze spanningsvelden beter begrijpen, en een eerste stap daartoe was uit te zoeken wat er nou precies bedoeld wordt wanneer beleid spreekt over ‘kwetsbare zwangeren’. Met andere woorden: welke betekenis krijgt de term ‘kwetsbare zwangeren’ in Nederlands beleid? En wat komt er naar voren wanneer met een zorgethische lens naar deze betekenis gekeken wordt?

Hoe sluit je onderzoek aan bij zorgethiek?

Zorgethiek laat ons via theoretisch en empirisch onderzoek zien dat de mens een fundamenteel kwetsbaar, en daarmee afhankelijk, wezen is. Deze benadering gaat in tegen het vaak dominante denken over mensen in termen van onafhankelijkheid en autonomie. De manier waarop kwetsbaarheid gezien wordt, heeft implicaties voor de omgang met mensen, zowel in praktijk als beleid. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe kwetsbaarheid gezien wordt, zodat reflectie en dialoog mogelijk wordt.

Beleid over ongelijkheid blijkt, zoals zojuist benoemd, vaak op het individu en leefstijl gericht. Beleid over kwetsbare zwangere vrouwen heeft dus mogelijk een versmalde en eenzijdige blik. Dit toont de noodzaak van een alternatief kader dat andere en brede aspecten kan belichten. Zorgethiek biedt zo´n ander, breder kader, doordat het via een lens van zorg naar praktijken in de samenleving kijkt en de contextualiteit en complexiteit daarvan opzoekt. Een belangrijk punt binnen de zorgethiek is dan ook het voorkomen van dominante en eenzijdige regimes. Dit betekent dat het horen van verschillende perspectieven van belang is. Mijn thesis kan gezien worden als een nieuwe stem om het gesprek over beleid over kwetsbare zwangere vrouwen zo divers mogelijk te houden. Dit poog ik te doen door te laten zien wat kwetsbaarheid in huidig beleid precies betekent, en wat de implicaties hiervan zijn.

Hoe heb je dit onderzocht?

Met behulp van een kritische discoursanalyse (KDA) heb ik de betekenis die beleidsdocumenten aan de term ‘kwetsbare zwangeren’ geven grondig onderzocht, en in breder verband getrokken. KDA is een vorm van discoursanalyse waarbij taal niet alleen wordt opgevat als betekenis doorgevend, maar ook als betekenis producerend. Een stuk tekst, zoals een beleidsdocument, creëert dan een bepaalde werkelijkheid. KDA tracht ook de gevolgen op de sociale context van de gecreëerde werkelijkheid te verkennen, en eventuele ongelijkheden te corrigeren.

Daarnaast heb ik in het theoretisch kader een sensitieve zorgethische lens voor kwetsbaarheid in de context van zwangerschap ontwikkeld, waarmee ik de bevindingen van de KDA heb geanalyseerd. Hierbij heb ik zorgethische theorie aangevuld met kritische, intersectionele literatuur uit andere wetenschapsgebieden die meer specifiek van belang zijn in het kader van kwetsbaarheid in de context van zwangerschap.

Wat zijn voor jou de meest verrassende bevindingen?

De thesis bleek een reis vol verrassende bevindingen, die soms ook heel pijnlijk waren. Uit de KDA kwamen drie discoursen naar voren die tezamen de betekenis weergeven die beleidsdocumenten aan de term ‘kwetsbare zwangeren’ geven. Ik laat zien hoe de discoursen elkaar versterken, en welke werkelijkheid zij creëren. De kern hiervan is dat beleid kwetsbaarheid in de context van zwangerschap aan de hand van sociale en individuele problemen uitlegt, maar impliciet individueel duidt. Dit gebeurt met name doordat de voorgestelde aanpak op de invloedssfeer van het individu, de zwangere vrouw in kwestie, gericht is. Zo wordt bijvoorbeeld genoemd dat hulpverlening, zoals een luisterend oor of hulp bij de administratie, stress bij een zwangere vrouw vermindert. Daardoor wordt de start van het kind gezonder, en zal de perinatale ongelijkheid op den duur verminderen. Anders gezegd: de aanpak is gericht op ondersteuning van de zwangere vrouw, zodat zij dingen beter kan doen en zij de gezondheid van haarzelf en haar baby positief beïnvloedt.

Laat ik vooropstellen: dergelijke hulpverlening is in allerlei opzichten belangrijk. Het idee dat dit de perinatale ongelijkheid vermindert, botst echter met de bevindingen uit het theoretisch kader van mijn thesis. Hieruit blijkt dat, om die perinatale ongelijkheid terug te dringen, we ons op het hele systeem moeten richten, en niet (alleen) zo zeer op het individu. Het zijn namelijk de individu overstijgende factoren die doorslaggevend zijn voor de hogere sterfte- en ziekteprevalentie bij ‘kwetsbare zwangeren’ en hun kinderen. Deze factoren bevinden zich in maatschappelijke, culturele, institutionele, economische en politieke dimensies van het leven van een kwetsbare zwangere vrouw. Een voorbeeld van deze factoren waar ik in mijn thesis dieper op in ga, is institutioneel racisme. Door de aanpak van problematiek individueel te belichten, onttrekt het beleid brede factoren als deze aan het oog. In de zorgethische discussie, waarin ik met behulp van de sensitieve zorgethische lens reflecteer op de bevindingen van de KDA, wordt duidelijk dat door deze brede factoren onbenoemd te laten, er onvoldoende recht gedaan wordt aan de complexe situaties waar kwetsbare zwangere vrouwen zich in bevinden.

Aanbevelingen voor de praktijk?

In mijn thesis adviseer ik onder meer om kwetsbaarheid anders te framen. Door een bepaalde groep vrouwen aan te wijzen als zijnde kwetsbaar, zoals in de beleidsdocumenten gebeurt, mis je het bredere perspectief dat kwetsbaarheid heeft. Toch blijft kwetsbaarheid een belangrijk concept om mensen die meer zorg en ondersteuning nodig hebben, te blijven zien. In mijn thesis bespreek ik daartoe het concept ‘gelaagde kwetsbaarheid’ van Florencia Luna. Kwetsbaarheid kent in dit concept verschillende lagen die door omstandigheden geactiveerd kunnen worden en iemand meer of minder kwetsbaar maken. Dit begrip van kwetsbaarheid is radicaal anders dan de betekenis in huidig beleid. Bovendien verandert dit het beeld en de benaming van een groep zwangere vrouwen die het minder heeft. Zij zijn dan geen ‘kwetsbare zwangeren’ meer, maar zwangere vrouwen in kwetsbare omstandigheden.

Eveline Kiela

Verpleegkundige & Masterstudent Zorgethiek

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Heico ten Cate

Prachtig verwoord en samengevat. We hebben het vaak over je kwetsbaar kunnen opstellen, kwetsbaar durven te zijn, omdat dat je open maakt en spiritueel kan verrijken. Maar dit is feitelijk een luxe positie.
Kwetsbaar zijn, omdat je door kwetsbare omstandigheden wordt omgeven, daar wil je uit kunnen komen, bij geholpen worden, de hulpvraag durven te stellen, gehoord en gezien, de omstandigheden veranderen/verbeteren….weer in je kracht komen. Bij zwangere vrouwen heeft dat niet alleen een positief effect op de vrouw zelf, maar ook op het (ongeboren) kind. Het begint bij beleid en de vertaling ervan naar de weerbarstige praktijk en de steeds sneller veranderende (kwetsbare) omstandigheden.
Eveline, dank voor dit inzicht!