babyluikjes
Vondelingenkamer. Foto: Stichting Beschermde Wieg

13 – 17 minuten

0 reacties

Sinds 2014 bestaat in Nederland het ‘babyluikje’, officieel ‘vondelingenkamer’ genoemd. In het eerste deel van dit artikel is dit fenomeen verkend: wat is het en voor wie is het bestemd? In dit tweede deel wordt de kritiek geïnventariseerd en wordt een zorgethische beschouwing gepresenteerd in antwoord op de vraag: in hoeverre biedt het babyluikje  goede zorg? 

Recapitulatie

Stichting Beschermde Wieg beheert in Nederland acht vondelingenkamers. De reguliere hulpverleningsinstanties bij ongewenste zwangerschap, zoals Fiom en Siriz , maar ook het Better Care Network Netherlands, dat zich richt op hulpverlening aan kinderen, én de overheid((Staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) zijn géén voorstander van deze voorziening.

Over de doelgroep van het babyluik stelde ik in het eerste deel van dit artikel dat:

Kritiek op het babyluikje

Deel van de doelgroep niet bereikt

De vondelingenkamer kan voorzien in de eerste behoefte (fysiek afstand nemen van de baby) en ten dele in de tweede (het kind onherleidbaar maken naar de moeder), maar niet in de derde (het kind doen of laten sterven). Voor decision makers die het kind willen doden kan de vondelingenkamer daarom geen alternatief zijn. Onderzoek van het Deutsche Jugend Institut((Coutinho, J., Krell, C., Bradna, M. (mitarb.). (2011). Anonyme Geburt und Babyklappen in Deutschland – Fallzahlen, Angebote, Kontexte. München: Deutsches Jugend Institut)) bevestigt deze conclusie: dit deel van de beoogde doelgroep wordt met de vondelingenkamer niet bereikt.

Gered?

Omdat uit dit Duitse onderzoek blijkt dat invoering van het babyluikje het aantal dood gevonden baby’s niet heeft doen afnemen, is er weinig aanleiding om te veronderstellen dat baby’s die in een vondelingenkamer zijn opgevangen daardoor gered zouden zijn van de dood.((Halkes, J. (2017). Tien baby’s gered dankzij vondelingenkamers. Metro, 04-08-2017; Sloot, D. van der (2016). Noodzaak van babyluikjes in ziekenhuizen )) Anders gezegd: het is aannemelijk dat de decision maker die kiest voor de vondelingenkamer, de baby op een andere eveneens veilige plaats zou hebben achtergelaten als er geen vondelingenkamer voorhanden was geweest. Wat voegt deze voorziening dan toe aan de reguliere hulpverlening?

Anoniem afstand-doen

Het unieke van de vondelingenkamer is, dat deze de mogelijkheid biedt om de baby in volledige anonimiteit af te staan. De kritiek van de reguliere hulpverlening en overheid richt zich vooral op de vrijblijvendheid waarmee dat gedaan kan worden. Hun bezwaren tegen anoniem afstand-doen zijn met name: 

Onvoldoende hulp

Fiom benadrukt dat de hulpverlening tekortschiet als de moeder geen gebruik kan of wil maken van de zorg die Stichting Beschermde Wieg vrijblijvend aanbiedt. Ook de Staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, hechten aan hulpverlening tijdens zwangerschap, bevalling en in de periode daarna.((TK (2015/2016). Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie. 31839 891 nr. 540, p.1))

Geen informatie over afstamming

Het kind wordt aangetast in het recht op afstammingsinformatie en in het recht om op te groeien bij de eigen ouder(s).((FIOM; Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie: TK (2015/2016). Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie. 31839 891 nr. 540, p.2)) Beide rechten maken deel uit van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, dat in 1995 door Nederland werd ondertekend. Anonimiteit ontneemt de moeder, maar ook de biologische vader en andere familieleden bovendien de kans om het kind te leren kennen en op te voeden, waardoor ook deze in hun recht worden aangetast.((Fiom (2015). Brief aan de Vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie t.b.v. AO 4 november 2015 agendapunt 6 over vondelingenkamer, p.1))

Aanzuigende werking

Een dergelijke laagdrempelige manier van afstand-doen heeft mogelijk een aanzuigende werking((Better Care Network Netherlands: Standpunt over het instellen van babyluiken en de oprichting van het Babyhuis [pdf] )). Dat deze vrees van Better Care Network Netherlands niet geheel ongegrond is, blijkt uit het feit dat in Japan al geconstateerd is dat ouders hun baby in een babyluikje achterlieten omdat zij geen geschikte kinderopvang tijdens werktijd konden vinden.((Asai, A., Ishimoto, H. (2013). Should we maintain baby hatches in our society? BMC Medical Ethics (14)9))

Strafbaarheid

Te vondeling leggen, óók in een babyluikje, is strafbaar((conform Wetboek van Strafrecht Art. 256 )), omdat dit strijdig is met de ouderlijke verplichtingen en indruist tegen de normen en waarden van de Nederlandse samenleving.((Burgerlijk Wetboek, art. 1:247 lid 1 en 2)) Het aanbieden van de voorziening is dat echter niet, zolang er geen vondeling in wordt aangetroffen. De vondelingenkamer wordt daarom vooralsnog gedoogd door de overheid in afwachting van verder onderzoek.((Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie: TK (2014/2015). Reactie op adviesrapport RSJ over vondelingenkamer en babyhuis. 31839 458))

Zorgethische beschouwing

Relationaliteit

Bij zwangerschap en geboorte vormt zich een web van relaties rond de baby. Met name de band tussen moeder en kind is speciaal; filosofe Sara Ruddick heeft getracht het baren conceptueel los te maken van het moederen, maar moest beamen dat er méér factoren zijn die de relatie van moeder en kind in stand houden dan de genderspecifieke taakverdeling.((Ruddick, S. (2002) Maternal Thinking: Toward a politics of Peace. Boston: Beacon Press. p.xii)) Afstand-doen van de baby heft de relaties niet op, maar verandert enkel de vorm waarin deze zich laten kennen; bij anoniem afstand-doen worden deze relaties zelfs óntkend.

De onthechtende intentie van (al dan niet anoniem) afstand-doen strookt in beginsel niet met de verbindende visie van zorgethiek: in een zorgethisch perspectief staat relationaliteit centraal; goede zorg richt zich op het bevorderen en in stand houden van relaties die recht doen aan de betrokkenen en die door en voor hen als waardevol worden ervaren.relationaliteit

Context

Soms doet zich echter een situatie voor waarin de veiligheid van moeder en/of kind prevaleert boven het in stand houden van hun fysieke relatie. Dan kán afstand-doen een vorm van goede zorg zijn, óók vanuit zorgethisch perspectief. Vanuit een zorgethische benadering is de context namelijk van doorslaggevende betekenis voor het bepalen van goede zorg: het gaat om déze zorgbehoevende(n), in déze specifieke situatie.

Bij anoniem afstand-doen is de veiligheid van de moeder niet te peilen, noch te volgen; deze mogelijkheid kan daarom niet zonder meer als goede zorg voor de moeder beschouwd worden. De reguliere hulpverlening biedt in een dergelijke situatie het alternatief bevallen onder geheimhouding aan, en binnenkort ook bevallen onder pseudoniem, waarbij de identiteit van de moeder geheim wordt gehouden voor derden.((Hulporganisaties pleiten voor bevallen onder pseudoniem, Nationale zorggids))

Positie van de moeder

Zorgethiek gaat uit van onvermijdelijke en wederzijdse afhankelijkheden in relaties((Feder Kittay, E. (1999). Love’s Labor – Essays on Women, Equality and Dependency. New York: Routledge)) maar is ook alert op machtsongelijkheid. In een situatie waarin een moeder haar kind afstaat, getuigt het van goede zorg om na te gaan hoe afhankelijk de relatie van de moeder met haar omgeving is en in hoeverre het afstand-doen haar eigen, vrijwillige besluit is. Het verwijzen van dit aspect naar de privé-sfeer vormt een ethische begrenzing van goede zorg en een ontkenning van collectieve verantwoordelijkheid.

Zingeving en identiteit

Het voortbrengen van een kind heeft een bijzondere existentiële betekenis((Prinds, C., Hvidt, N.C., Mogensen, O., Buus, N. (2014) Making existential meaning in transition to motherhood – a scoping review. Midwifery, 30, 733-741)); in ieder geval bij de vrouw  vindt een onomkeerbare transformatie plaats in haar identiteit: zij wordt moeder. De episode van zwangerschap en bevalling zijn voor haar geen afgebakend incident uit het verleden, maar werken dóór in haar leven en splijten het in een vóór en een na. Goede zorg biedt ruimte en ondersteuning bij het verwerken van deze paradigmaverschuiving.

Kwetsbaarheid

Het verbreken van het contact werkt twee kanten op: het kind is afgesneden van de moeder, maar de moeder ook van het kind. Bij anoniem afstand-doen moet de moeder de emoties die dit met zich meebrengt in het geheim verwerken, in een periode waarin zij zowel psychisch als lichamelijk zeer kwetsbaar is.((Jomeen, J. (2004). The importance of assessing psychological status during pregnancy, childbirth and the postnatal period as a multidimensional construct: A literature review. In: Clinical Effectiveness in Nursing. 8(3-4): 143-145))

De mogelijkheid om anoniem afstand te doen schept een situatie waarin de hulpverlening (zowel de reguliere hulpverleningsinstanties als Stichting Beschermde Wieg) zich bewust is van de hulpbehoevendheid van de moeder, maar daarin niet kan handelen. De verantwoordelijkheid voor het welzijn van de moeder wordt noodzakelijkerwijs bij de decision maker gelegd, terwijl deze juist de hulpverlening mijdt. Vanuit het perspectief van Goodin’s Vulnerability Model((Goodin, R. (1985). Protecting the Vulnerable. Chicago: Chicago University Press)) is het echter óók de overheid die tekortschiet in het verlenen van goede zorg aan de moeder, doordat deze de ongewenste situatie gedoogt.

Lichamelijkheid

Lichamelijkheid is prominent aanwezig tijdens zwangerschap en bevalling. Het  zwangere lichaam verandert, is misschien onherkenbaar geworden voor de vrouw en zij kan zich ervan vervreemd gaan voelen.((Young, I.M. (1990) Pregnant Embodiment. Subjectivity and alienation. In: Young, I.M. (2005) On Female Body Experience. Oxford: Oxford University Press)). Het spanningsveld tussen de zich opdringende lichamelijkheid en de ontkenning en vervreemding hiervan behoeft goede medische en psychische ondersteuning, wat bemoeilijkt wordt als zwangerschap en bevalling onbegeleid blijven en de vrouw ook geen postnatale hulp wil of kan vragen.

Praktijken

De vondelingenkamer drijft grotendeels op vrijwilligers en donaties. Enerzijds staat dit borg voor betrokkenheid en gedrevenheid, anderzijds houdt deze constructie risico’s in voor de continuïteit en kwaliteit van de personele bezetting.

Bij anoniem afstand-doen is er bovendien geen of weinig contact met degene die de baby achterlaat. Zorgethica Annelies van Heijst benadrukt dat een goede zorgpraktijk  een social sphere is, een omgeving waarin professionals zich afstemmen op degene die zorg behoeft, maar óók op zichzelf.((Heijst, van. A. (2005). Professional Loving Care – An Ethical View of the Healthcare Sector. Kampen: Klement. p.201.)) Goede zorg voor de zorgverleners is de basis voor goede zorg voor de cliënt. Er is nader onderzoek nodig naar de beleving van de vrijwilligers van Stichting Beschermde Wieg om vast te stellen of de werksituatie hiertoe de ruimte biedt.

Affecties

Anoniem afstand-doen wordt door de overheid als ongewenst gezien, maar toch gedoogd. Stichting Beschermde Wieg spant zich in voor een hulpverleningsrelatie met de moeder, maar biedt wel de mogelijkheid tot afstand-doen in anonimiteit, waarbij nauwelijks contact mogelijk is.

Deze paradoxale benaderingen worden mogelijk mede ingegeven door de universele emotie die opgeroepen wordt door de vondst van dode vondelingen. Niemand wil dat een baby sterft  doordat de drempels van de hulpverlening te hoog zijn voor de decision maker. Het argument “al wordt er maar één baby door de vondelingenkamer gered, dan is het al de moeite waard om deze in stand te houden” lijkt daardoor zwaarder te wegen dan de wens om de ongewenste situatie te voorkómen. Ook Robert Goodin((Goodin, R. (1985). Protecting the Vulnerable. Chicago: Chicago University Press)) pleit ervoor het pragmatic ought in acht te nemen: de verantwoordelijkheid te nemen om te doen wat praktisch mogelijk is.

Zorgethica  Eva Feder Kittay((Feder Kittay, E. 1999)) zet daar echter het moral ought naast, dat aandacht vraagt voor de morele consequenties van ’te doen wat praktisch mogelijk is’. Zoals uit bovenstaande critical insights naar voren komt, heeft het faciliteren van anoniem afstand-doen via de vondelingenkamer – vanuit zorgethisch perspectief beschouwd –  ongewenste morele consequenties.

Conclusie en aanbevelingen

In hoeverre biedt het babyluikje goede zorg?

Eerder werd in deel 1 van dit artikel onderbouwd dat een deel van de beoogde doelgroep van de vondelingenkamer niet wordt bereikt, namelijk precies díe decision makers  waaraan de vondelingenkamer zijn bestaansrecht ontleent, namelijk degenen die de baby willen doden. In deel 2 van dit artikel is onderbouwd dat het gedogen van het unique selling point van de vondelingenkamer (te weten: de mogelijkheid om anoniem afstand te doen) juist afbreuk doet aan de zorgethische kwaliteit van de zorg voor alle betrokkenen.

Conclusie

Ik concludeer dan ook dat de vondelingenkamer vanuit zorgethisch perspectief onvoldoende goede zorg kan bieden zolang de mogelijkheid geboden wordt om anoniem afstand te doen. Bovendien stel ik vast dat de vondelingenkamer zónder de mogelijkheid om anoniem afstand te doen geen unieke dienst levert in vergelijking met de reguliere hulpvoorzieningen.

Aanbevelingen

De inspanningen die Stichting Beschermde Wieg verricht om neonaticide te voorkomen zijn lovenswaardig. De opbrengst daarvan, in aantallen van de dood geredde baby’s, zou echter groter kunnen zijn als deze inspanningen gestoken zouden worden in het voorkómen van situaties waarin een decision maker beslist over leven of dood van een baby. Aan dit moment gaat immers een keten van gebeurtenissen vooraf, waarin zich vele momenten voordoen om te interveniëren en om de escalatie naar neonaticide te couperen.

Hiertoe zouden de hulpverlenende instanties, maar óók de overheid, zich nog meer kunnen inzetten voor preventie, begeleiding en nazorg van ongewenste zwangerschap. Deze hulpverlening zou zo nodig wél op anonieme basis kunnen plaatsvinden, met bevallen onder geheimhouding of pseudoniem, mits er een hulpverleningsrelatie met de moeder wordt opgebouwd.

En ten slotte: met name de sociale omgeving van de moeder kan mogelijk een signalerende en beschermende rol vervullen voor moeder en kind. Het verdient aanbeveling om nader te onderzoeken hoe deze omgeving in het beleid betrokken zou kunnen worden.

Reactie van Barbara Muller (Stichting Beschermde Wieg) op dit artikel:

“De conclusie dat een deel van de beoogde doelgroep niet wordt bereikt, miskent volledig het gegeven dat onze Stichting in ruim drie jaar tijd talloze kwetsbare vrouwen via een gratis 24-uurs-noodlijn heeft ondersteund, hun vertrouwen heeft weten te winnen, mede dankzij de garantie van anonimiteit, en bewogen voor andere oplossingen te kiezen dan hun kind onbeschermd achter te laten, al dan niet in een Beschermde Wieg-kamer. Daarbij werd de nodige begeleiding en nazorg vanuit onze Stichting geboden. Mede door dit, uiterst vruchtbaar gebleken preventieve, aanbod zijn (nog) geen baby’s in Beschermde Wieg-kamers achtergelaten, maar hebben wij – mede dankzij tijdige interventies, hulpverlening en geneeskundige zorg – een vijftiental baby’s een verantwoorde toekomst kunnen bieden en hun moeders de noodzakelijke nazorg.”

[widget id=”footnotes_widget-2″]

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *