5 – 7 minuten

1 reacties

Na twee jaar “professioneel piekeren” over Korsakovzorg werden op 8 november door middel van een symposium de opbrengsten van een onderzoeksproject gepresenteerd in de vorm van 5 producten: standaarden over de diagnose Korsakov en over de toediening  van thiamine (vitamine B1); heldere publicaties over omgaan met agressie, wilsonbekwaamheid en grenzen; en video interventie bij het syndroom van Korsakov.

Het Korsakov Kenniscentrum , Hogeschool in InHolland en vier zorginstellingen werkten in dit onderzoek en de productontwikkeling samen om te komen tot een vernieuwing in Korsakovbeleid . De Stichting Innovatie Alliante was subsidiegever. Dit korte artikel gaat niet over de formele standaarden of over de leermethode van de video interventie, maar over hoe zorgethisch nagedacht is over agressie en wilsonbekwaamheid in de zorg voor Korsakovpatiënten.

Het syndroom van Korsakov is een blijvende geheugenstoornis die voornamelijk veroorzaakt wordt door langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met vitamine B1-tekort. De ziekte kenmerkt zich door desoriëntatie, vooral in tijd, stoornissen in met name het korte-termijngeheugen en zogeheten confabulaties, het vertellen van overdreven, gefantaseerde of onware verhalen.

Het uitgangspunt voor de zoektocht rond agressie en wilsonbekwaamheid was bij patiënten de Korsakov weg te denken en te kijken wie erachter vandaan komt.

Agressie is een fenomeen dat, zo bleek ook uit de ter plekke gehouden enquête onder de bezoekers, veel voorkomt in de zorg voor Korsakovpatiënten. Het wordt gedefinieerd als; elke vorm van gedrag, verbaal of fysiek, gericht op personen of objecten, die de zorgverlener als bedreigend voor zichzelf of anderen ervaart. Verzorgenden geven vaak aan dat agressie weliswaar niet geheel te voorkomen is, maar dat je als verzorgende veel verschil kunt maken of er agressie ontstaat. Opvallend is ook dat bestudering van agressiemodellen laat zien dat het relationele perspectief ontbreekt.

Onderzoek bracht vijf te onderscheiden attitudes van verzorgenden aan het licht:

  1. Beledigend
  2. Destructief
  3. Inbreukmakend
  4. Communicatief
  5. Beschermend

Verzorgenden met attitude 1 en 2 blijken meer agressie tegen te komen en zelfbescherming kan dan makkelijk de belangrijkste drijfveer worden in de zorgverlening. Wanneer we agressie willen verminderen/voorkomen is het de kunst voor verzorgenden om attitude 4 en 5 (zo nodig) te versterken.  Het gaat dan om een attitude die gericht is op perspectiefwisseling en relationele afstemming, waarbij de verzorgende open staat voor de ander. Rondom de thema’s verkenning, zien en horen, spanning, innerlijke logica, verbinding maken en houden is vanuit het onderzoeksproject  een cursus ontwikkeld die verzorgenden een nieuwe kijk op agressie wil bieden.

In onze samenleving is autonomie een leidend beginsel, waarbij er van uitgegaan wordt dat de mens het vermogen heeft om de aard en de gevolgen van besluiten te overzien en te wegen. Wilsonbekwaamheid is in de zorg een reden om de autonomiegrens van een patiënt te doorbreken, Verwarrend is dat wilsonbekwaamheid in de zorg voor Korsakovpatiënten een misleidende term is. Het gaat bij hen namelijk niet om het ontbreken van een wil, maar wel om het niet goed kunnen begrijpen van relevante informatie en het niet reëel  kunnen inschatten van de gevolgen van wat men wil. Dat leidt voor verzorgenden tot ongemakkelijke en ingewikkelde situaties en afwegingen, waarbij het gevaar bestaat dat de patiënt ten onrechte niet serieus genomen wordt en ont-waardigd wordt. De autonomie van de patiënt, het appèl dat van hem/haar uitgaat en de zorgplicht brengen een spanning teweeg.

In het project is het zeven dimensiesberaad ontwikkeld, dat bedoeld is om zorgverleners te helpen goed om te gaan met wilsonbekwaamheid in de zorg voor patiënten met Korsakov. Het gaat daarbij om het (h)erkennen van de ervaren dilemma’s van zorgverleners in de dagelijkse zorg die zij verlenen aan Korsakovpatiënten. Het helpt zorgverleners om niet in de valkuilen van paternalisme of toegevoegd leed terecht te komen als zij door een autonomiegrens heen willen gaan.  Vaak gaat het doorbreken van een autonomiegrens gepaard met protest van de patiënt. Maar ook als er geen protest zichtbaar is, is reflectie nodig over wat er voor de ander op het spel staat en hoe die geraakt wordt door het ‘geweld’ dat de ander aangedaan wordt door het doorbreken van diens autonomie.

Het beraad beoogt de sensibiliteit van zorgverleners te vergroten en daarin is perspectiefwisseling essentieel. Het model beschrijft dimensies die zorgverleners uitnodigen na te denken over wat zorgafspraken, regels en handelingen voor specifieke patiënten kunnen betekenen en hoe ze zich daartoe kunnen verhouden. Het gaat daarbij om de volgende dimensies:

  1. Gebrek aan ziekte-inzicht
  2. Last van opgesloten zijn, dwang en drang
  3. Craving (slaaf zijn van hunkering)
  4. Zich geminacht voelen, niets waard zijn
  5. Nergens goed in zijn
  6. Pijn door verlies en rouw
  7. Eenzaamheid en zich uitgesloten voelen

Per dimensie worden een negatieve en een positieve pool onderscheiden en het reflecteren gaat in vier gerichte stappen:

  1. Van perspectief wisselen
  2. Nagaan of de dimensie speelt voor de patiënt in kwestie en in welke vorm
  3. Zoeken naar hoe er praktisch mee omgegaan kan worden, vanuit de vraag ‘hoe kan ik naast te patiënt gaan staan?’
  4. Nagaan of het bijdraagt aan een beweging richting de positieve pool van de dimensie

Het gebruik van het dimensiemodel probeert uiteindelijk te voorkomen dat in de zorg die verleend wordt een ‘hij/zij of ik’ situatie ontstaat. Het poogt zorgverleners een middel te geven om, wanneer zij zich tegenover de patiënt voelen staan, zich naast de ander te plaatsen en van daaruit te steunen.

Voor meer informatie:

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *