2 minuten

0 reacties

Soms kijk ik als huisarts tijdens een visite naar een toneelstuk, fictie en werkelijkheid zijn niet altijd goed te onderscheiden.

De hoofdrolspelers zijn meestal redelijk tekstvast, en wat ze moeten doen, doen ze goed want het toneelstuk draait al jaren. Als toeschouwer merk ik dat het plot meestal blijft hangen, echt spannend wil het maar niet worden. De vraag is dan of ik medespeler ben geworden of dat ik als regisseur nog aan een en ander een wending kan geven. Het laatste is het meest wenselijk, het eerste is echter meestal het geval.

Het script ziet er bijvoorbeeld als volgt uit.

Man (doet deur open voor de huisarts die sinds 4 maanden wekelijks komt): ik ben blij dat u komt, zo kan het echt niet langer, ze is zo benauwd.

Huisarts: ik zal eens kijken.

Vrouw (dement): dag meneer.

Huisarts (ruikt urine): dag mevrouw, ik ben de huisarts, ik hoorde dat u benauwd was?

Vrouw (beetje benauwd): nee hoor.

Huisarts: kunt u even een stukje lopen? Man pakt vrouw bij de hand en ze lopen van de kamer naar de keuken en weer terug. Vrouw is dan heel erg benauwd.

Man (overstuur): ziet u wel dokter, ze is zo benauwd.

Huisarts tegen man: dit is al maanden zo en zal ook niet meer veranderen. Ik raad u aan om haar te laten wonen in een verzorgingstehuis. Dit gaat zo niet langer meer thuis, ook voor u is dit te zwaar.

Man (uitgeput): nee hoor, we redden ons wel. Is er geen medicatie voor haar?

Huisarts: nee, er is geen medische oplossing voor haar.

Man (laat dokter de deur uit): ik bel u wel als het erger wordt.

Einde script, wordt bijna wekelijks herhaald.

Peter Leusink, huisarts

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *