eendjes

6 – 7 minuten

2 reacties

Al jaren houdt het mij bezig, de eendjes in de vijver in onze sterk beveiligde instelling. Net als anderen heb ik jaar-na-jaar-na-jaar gezien dat die lieve donskuikentjes hap na hap verdwijnen in de snavel van de reiger. Ook wordt gesuggereerd dat de karpers ze naar beneden trekken. Soms bleef er van een nest (g)een eendje over.

Broedmachine

Maar vorig jaar ging het anders. Een nestje met eitjes dat door medewerkers van de groenvoorziening werd gevonden is in de broedmachine uitgebroed. De kuikentjes werden groot in de beschermde omgeving van de ‘boerderij’ van de kliniek. En toen het geen hapklare brokken meer waren zijn de jonge eendjes uitgezet in de vijver binnen de ommuring van de kliniek.

Aan de ene kant vind ik dit prachtig, wat mooi zoiets ‘zachts’ in een ‘harde’ omgeving. En onze patiënten zag ik heel veel zorg voor de eendjes hebben. Ik zie nog op mijn netvlies dat een niet al te lange tbs-patiënt in een soort rubberen visserspak in de vijver stond en de eendjes hielp met leren zwemmen door ze met de hand omhoog te houden in het water. Schitterend.

Maar aan de andere kant ging het verhaal rond dat moedereend naar haar eieren had gezocht en zich uiteindelijk in haar zoektocht dood had gevlogen tegen het raam. Ook was ik bang voor inteelt, de eendjes bleven erg lang in de instelling waar zij gevoerd en geknuffeld werden. Ze hospitaliseerden gezellig met ons mee. Ik zag het helemaal voor me, broertjes en zusjes die ‘het’ met elkaar doen. Daar krijg je vast ‘vreemde eenden’ van. Maar gelukkig, uiteindelijk vlogen ze uit. Geen eenden-met-waterhoofden-plaag dus. Ik denk dat ik ze nog wel eens zie buurten en in de omliggende ‘slotgracht’ zie zwemmen. Eind goed, al goed.

Eendenplaag?

Dit jaar zag ik op de Lentemarkt in de kliniek jonge eendjes die net waren geboren. Je zag de ei-vorm er nog helemaal in. Sowieso hebben eenden een geweldige vormgeving. Ik smelt dan gewoon. Ook dit jaar zijn ze uitgezet toen ze groter waren geworden. Als je door de lange gang loopt langs de vijver lopen de acht eendjes achter het glas met je mee. Ik heb besloten dat ik dit lief mag vinden. De eendjes zijn nu weliswaar door alle ‘goede zorg’ gehospitaliseerd, maar ik reken weer op ‘eind goed, al goed’.

Maar gisteren is er een tweede nest bijgekomen, met kleinere eendjes dan de eerste lichting. En ze zijn niet zo lief voor elkaar helaas. Mijn collega schoot mij al aan: ‘Ze pikken elkaar en lijken te vechten om de ruimte. Het zijn er veel te veel.’

Een bezoekje aan de boerderij leert mij dat er zelfs een nest bij zal komen, maar die zijn nu nog te klein voor de vijver met de reiger. Mijn boerderij-collega zei dat ik vandaag de derde was die hem over de eendjes vroeg.  Het plan is nu om de ‘eerste lichting’ eendjes over de muren te zetten in de slotgracht. Ze kunnen nog niet vliegen zoals de eenden die vorig jaar uit zichzelf wegvlogen, maar er is daar naar zeggen eten genoeg. En zo gaan ze het ook doen met de tweede lichting. Het is een soort estafettezorg. Als de eenden zichzelf redden zal deze actie hun autonomie bevorderen. Maar wat als ze zich niet redden?

Onbehagen

Ik ben bezorgd: zullen de eendjes in de buitenwereld niet met iedereen meelopen omdat ze mensen associëren met eten krijgen? Niet iedereen is misschien lief voor ze. Sommige mensen zien de eendjes misschien zelf als eten. Snappen de eendjes wel dat ze nu zelf eten moeten zoeken? Weten ze dat honden kunnen bijten? Dan heb je nog fietsen, auto’s, kinderen met katapulten. O jee o jee o jee. Wat een boel gevaren. Ik besluit de eendjes, met het oog op goede zorg,  in de gaten te houden.

Maar verstik ik ze dan niet? Als ik blijf voeren en beschermen leren ze het nooit. Dan blijven het eendjes die eeuwig zorg nodig blijven hebben. Ze kunnen dan weinig zelf bepalen, ik houd ze dan wellicht veel te afhankelijk.

Lastig

Het ligt binnen onze macht om de eendjes te ‘redden’ van de reiger en de karpers. Maar hoever reikt onze plicht? (Hoe) moeten we ingrijpen? Dit behoren we af te wegen tegen de autonomie van een soort. Menselijk ingrijpen is in dit geval niet nodig om het natuurlijk evenwicht te bevorderen, om de soort te redden van uitsterving. Maar als je niets doet, heb je dan wel genoeg respect voor de inherente waarde van een eend?

Je kunt aan een eend geen instemming vragen, laat staan aan een ei. Een ei is wilsonbekwaam. Maar een kuiken dan? Er wordt ingegrepen in het leven van een ‘ei’,  kuiken, eend,  moedereend en de reiger. Is het ingrijpen wel goed voor het welzijn van de betrokkenen? In ieder geval niet voor de moedereend, en ook niet voor de reiger. Het ingrijpen is waarschijnlijk wel goed voor de betrokken patiënten die de eendjes verzorgen. En daar is het mijn collega’s van de groenvoorziening en boerderij natuurlijk (ook) om te doen. Je kunt dan toch wat ‘zorg’ kwijt in dit instituut. Maar het is heel moeilijk om iets te zeggen over het (psychische)  welzijn van de betrokken eenden, ‘What is it like to be a duck?’

Draagt het ingrijpen bij aan een beter leven? Dat is een vraag die je zowel voor, tijdens, als na de interventie kunt stellen. En voor wie? We hebben al vele betrokkenen genoemd, maar nog niet de collega’s die ‘achter het raam zitten’ (excusez les mots) en die zich zorgen maken over de pikkende eenden.

Maar buiten kijf staat dat mijn collega’s van de groenvoorziening en boerderij ‘goede zorg’, ‘verantwoordelijkheid’ en ‘weldoen’ hoog in het vaandel hebben. Daar wil ik niets aan af doen. De keuze van het ingrijpen tussen ‘eieren redden’ of niet is geen zwart-wit keuze. Goede zorg kan zo complex zijn. Ethiek is overal. En daar wordt het niet altijd makkelijker van 😉

Swanny Kremer

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alexandra Hout, in 't

Het verhaal over deze eendjes doet me denken aan de kippenkuikens die ooit werden uitgebroed op ‘het vlak.’ Weliswaar in een machine, maar toch………….De eieren kwamen uit en de kuikens waren levendig………behalve een tweetal. Zielig zaten ze in een hoekje en lieten zich gedwee pikken door hun ‘zusjes en broertjes.’ Samen met een collega maakte ik me zorgen. En jij Swanny, bood uitkomst. Je haalde ze uit die machine en nam ze mee naar huis. We kregen iedere dag een rapportje over hun welzijn. Ze deden het slecht, ondanks de, vaak handmatige, zorg. Ze redden het niet maar hadden in ieder geval, dank zij jou, een paar mooie dagen zonder geweld, in dit ondermaanse.

SwannyKremer

Ach ja, dat klopt. Al weer jaren geleden nam ik die kuikentjes mee. Dat je dat nog weet… zo zie je maar weer dat je telkens weer geconfronteerd kunt worden met (grote en) kleine situaties waarin je je afvraagt wat je nu zou behoren te doen.