geloofsovertuiging

5 – 6 minuten

2 reacties

Leden van het Ethisch Elftal reageren op een moreel dilemma uit de zorgpraktijk van alledag. Deze keer de rol van een geloofsovertuiging bij de keuzes rondom het levenseinde van een naaste en hoe de communicatie hierover dreigt te stagneren.

Ethicus Theo de Zwart en verzorgende Najat Oulad reageren op deze casus. Redactie van deze rubriek wordt verzorgd door Madeleine Timmermann.

Casus

Een 81-jarige Marokkaanse vrouw ligt in het ziekenhuis. Door een longontsteking wordt de geplande operatie aan een gebroken heup uitgesteld. Gezien haar slechte conditie wordt een ‘niet-reanimeren-beleid’ afgesproken.

De patiënte spreekt nauwelijks Nederlands, communicatie verloopt vooral via een zoon. De familie is het vanwege hun islamitische geloofsovertuiging oneens met het afgesproken niet-reanimeerbeleid. Naar hun overtuiging geldt: hoe meer leed zij nu draagt, hoe hoger zij in het hiernamaals terecht zal komen. Een behandelaar verandert daarop het beleid weer in wél-reanimeren.

Op de verpleegafdeling ontstaat hierover commotie. Ook rondom het al dan niet toedienen van pijnmedicatie en later, als de situatie verder verslechtert, het starten van abstinerend beleid, ontstaan problemen. Familie wil dat mevrouw nog volledig behandeld wordt, de verpleegkundigen vinden de situatie voor de patiënt, die zelf lijkt aan te geven niet meer te willen, onaanvaardbaar.

Ik-cultuur

Theo de Zwart: De grenzen van wat me­disch mogelijk is worden steeds verder verlegd en lijken nog lang niet bereikt. Dat stelt ons voor nieuwe vraagstuk­ken. De problematiek uit deze casus is herkenbaar en komt steeds meer voor.

In de kern gaat het om verantwoordelijk­heid dragen voor een beslissing over het levenseinde van jezelf of een dierbare naaste. Deze keuzes zijn verweven met een (al of niet religieuze) levensopvatting. Hier is het de vraag wat mevrouw eigenlijk zelf zou willen. De verpleging kan een tolk inschakelen om de wens van de patiënt te kunnen begrijpen.

Najat Oulad: Een verschil tussen de Marokkaanse en Nederlandse samenle­ving is het individualisme. In Nederland heerst een ‘ik-­cultuur’ waarin veel waarde wordt gehecht aan eigen beslis­singen, zelfs over levensbeëindiging. Binnen de Marokkaanse samenleving wordt meer met familie geleefd en worden besluiten samen genomen.

De eerste generatie nam deze waarde mee uit het land van herkomst. Latere generaties combineren wij-­cultuur en ik-­cultuur. Maar toch hebben ook wij, de Marokkaanse jongvolwassenen, van kleins af aan meegekregen voor elkaar te zorgen, in wat voor situatie dan ook, zeker als dat onze ouders betreft. Het is vanuit deze visie onaanvaardbaar toe te kijken, terwijl er iets gedaan kan worden. In dat opzicht begrijp ik deze familie goed.

Levensovertuiging

Theo: Ik vraag me af of familie een weloverwogen keuze kan nemen in een stressvolle situatie vol verdriet en onzekerheid. Mag familie op grond van hun relationele band met de patiënt een medisch beleid van wel reanimeren en/ of doorgaan met de medische behandeling afdwingen? In principe heeft de medisch specialist volgens de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) een behandelrelatie met de patiënt en niet met de familie.

Als de patiënt wilsonbekwaam is dan kan een wettelijke vertegenwoordiger ingeschakeld worden om in de geest van wat de patiënt wil keuzes te maken. Maar deze patiënt is niet wilsonbekwaam. Daarnaast moet een arts rekening houden met eigen professionele standaarden bij de individuele patiënt.

Najat: Voor specialisten en verpleging is deze vrouw een patiënt zoals ieder ander. Zij zien een lijdende patiënt. Vanuit het oogpunt van familie is deze vrouw een moeder, een zus, een echtgenote en een familielid. Zij blijven zich altijd herinneren hoe deze situatie zal verlopen. Geen enkel kind wil zijn moeder zo zien lijden.

De islamitische levensovertuiging waar naar verwezen wordt, gaat niet om het feit dat de moeder moet lijden, maar om het feit dat een moslim niet vanuit eigen wil een einde aan zijn leven mag maken. Bij ziekte moet men alle opties benutten om te genezen.

Verhaal

Theo: Ik begrijp dat het voor deze patiënt en familie van groot belang is dat de behandelaar zich geen verantwoordelijkheid en bevoegdheid toe eigent die alleen toekomt aan de Gever van het leven. De arts dient zich te realiseren hoe ingewikkeld een gesprek over de keuze om al dan niet door te behandelen voor de direct betrokkenen is.

Het narratieve aspect is groot: mensen maken hun eigen verhaal en kleuren de gegeven informatie met hun eigen opvattingen, ervaringen en emoties van de situatie. De kunst is de familieleden te helpen zelf het verlies op een realistische manier in te passen in hun leven, rekening houdend met religieuze aspecten.

Najat: Ik vind dat zorgverleners vooral naar het verhaal van de familie moeten luisteren. Persoonlijk zou ik hen willen helpen door te spreken vanuit Islamitisch oogpunt. Uit ervaring weet ik dat men daaraan vaak behoefte heeft in een moeilijke situatie als deze. Men kan er kracht uithalen om met deze situatie om te gaan. Dat is een mooie gedachtegang in mijn optiek. Maar hoe je het ook bekijkt, het blijft een moeilijke situatie.

Ethicus Theo de Zwart en verzorgende Najat Oulad

Ethicus Theo de Zwart en verzorgende Najat Oulad

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

hallo roger van haverbeke ik ben niet mee eens met jou reactie.
ten eerste omdat de vreemdelingen in hun land onderdrukt worden beteken niet dat ze in NL ook alles moeten accepteren. jij zegt ze moeten maar aanpassen, je kan ergens aanpassen zonder je cultuur, je gewoonten en geloof te veranderen
iedereen moet wel aanpassen in het land waar ze wonen dat wel maar niet met alles.
wij als moslims zijn familie mensen en niet alleen je broertje en zussen maar de hele familie daar verschillen we aan de cultuur van NL.
als iets met mijn moeder is bv. dan ben ik samen met mijn fam. betrokken en niet alleen de dochter.
NL gewoonten worden herkend, maar tegenwoordig kunnen Nederlanders ook anderen herkennen en erkennen in plaats van te zeuren hele tijd met buitenlanders moeten aanpassen etc.

roger vanhaverbeke

dag,

Ik vind dit een zeer moeilijke situatie voor de verpleegkundigen, ik ben verschillende keren in m’n loopbaan met zo een problematiek geconfronteerd geweest….en nu ook …éénvoudige reden ik woon in Frankrijk en daar reeds hebben de verpleegkundigen weinig inspraak in het beleid van de arts en wordt de familie maar met moeite en met mondjesmaat (wanneer het de arts past) toegelaten hun ideeën over de zorg te uiten….Communicatie is volgens mij hier maar op één manier mogelijk en zal duidelijkheid scheppen:
1. vragen dat de familie een vertrouwenspersoon aanstelt om een continu communicatie te ontwikkelen met het zorgteam en de arts.
2. indien de vrouw gelovig is, een afspraak maken met de Iman of een oudere van de islamgemeenschap die de vrouw kent en wat is er geweten over haar wensen bij het overgaan.
3.dagelijks duidelijke communicatie met de vertrouwenspersoon met duidelijke richtlijnen en doelstellingen van de zorg….en dit aan het ziekenhuisbed, zodanig dat de zieke er bij betrokken is…voor 100%….
4. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat “niet mag en kan sterven binnen de islam-gemeenschap”, men kan niet om met verlies….en verlies hoort niet thuis in het dagelijks leven van de islamgemeenschap…
5. een vb. in terminale moet men ze zelf laten ervaren dat de zieke niet méér wenst te eten anders wordt je uitgemaakt dat je de zieke laat uithongeren….
6. Hun riten mogen van mij anders zijn, met alle respect maar het gaat bij de verzorgers altijd om een directe, accurate en symptoomgecontroleerde zorg en not but least, een goede communicatie met de zieke en familie.
7. Ik sta open voor héél véél maar ook zij moeten een stap durven zetten….en daar is het soms te lang op wachten dat jezelf het heft moet in handen nemen….mensen zijn bang om geoordeeld te worden omdat ze anders denken en anders omgaan met bepaalde waarden, soms kom je gewoon niet tot een consensus en dan is het gewoon het zorgteam dat moet ingrijpen en proberen een optimale zorg te nemen met alle mogelijke klachten die gaan komen.
8. Ik denk dat we moeten beginnen nadenken waarom de meeste vreemdelingen naar hier komen, meestal is dit omdat ze géén leven hadden in hun moederland, géén sociaal beleid en geen sociale zorg….alle positieve zaken pakken ze gretig aan maar de voor hen als negatieve aspecten van het dagelijks leven bedanken ze voor….en zo kan het niet verder…..wij moeten ons niet aanpassen maar zij moeten leren rekening houden en aanvaarden dat zij geen eisen kunnen stellen zoals in hun moederland, ik zeg hen dan ook keer terug en wat zul je er vinden…..ik heb genoeg gezien tijdens m’n laatste reis in Tunesiê, er lopen minder gesluierde vrouwen in Tunis dan in Rijsel….dit is nog maar een begin…
en ik ben géén racist maar ik wil eerlijkheid in het omgaan met hat anders-zijn…..in hun moederland werden ze nog méér onderdrukt dan hier….waarom vluchten ze anders weg….

9. Ik heb héél wat islam personen verzorgd bij het overgaan en zelfs op kosten van onze gemeenschap mensen laten terugkeren zoals het hoort naar hun land van herkomst (vb.Servië)….

Ik wil hier niemand veroordelen maar ik wens gewoon dat onze gewoonten ook erkend en herkend worden door anderen, binnenkort voel ik me niet méér thuis in mijn eigen land en dan vormt dit een probleem.

Vanhaverbeke Roger